woensdag 16 mei 2012

Stijgende armoede in België, verkeerde maatregelen Federale regering en positieve alternatieven.

Armoede en sociale uitsluiting is en blijft een groot probleem in België. Alle armoede- indicatoren staan op rood. De jaarboeken armoede en sociale uitsluiting, de armoedebarometer rapporten  van het platform Decenniumdoelen 2017, het Vlaams netwerk van verenigingen waar armen het woord nemen , de OCMW’s en de rapporten van Vlaamse steden en gemeenten ( VVSG ) vertellen ons dat armoede stijgt.
Nog steeds zijn er tal van mensen die onvoldoende geld hebben om in hun basisbehoeften te kunnen voorzien en die knelpunten en sociale uitsluitingen met structurele oorzaken ervaren op de levensdomeinen huisvesting en energie( elektriciteit, gas en water), inkomen en tewerkstellingen, onderwijs, gezondheidszorg, maatschappelijke dienstverlening, vrije tijdsbeleving, ……..
De laatste cijfers van EU-SILC ( European Union –Statistics on Income and Living Conditions) vertellen ons dat in 2009 ongeveer 14,6 % van de bevolking in België moest leven met een inkomen onder de Europese armoedegrens. Meer recente cijfers op de website http://www.dirkgeldof.be/  vertellen ons dat ongeveer 15,2 % van de bevolking in België in armoede leven. Dit betekent dat 1 op 7 of ongeveer 1 600 000 personen in België in armoede leven of een zeer groot risico hebben om in armoede terecht te komen.

Vorige week stelde het platform Decenniumdoelen 2017 ( http://www.decenniumdoelen.be/)  het armoedebarometer 2012 rapport voor, met verontrustende cijfers over de omvang van de armoede en sociale uitsluiting. Dit rapport kwam met verontrustende cijfers over kinderarmoede in Vlaanderen. Het aantal kinderen dat geboren wordt en opgroeien in een gezin in armoede in Vlaanderen is de laatste 10 jaar verdubbeld tot meer dan 8 %. Niet minder dan 140.000 kinderen leven vandaag in Vlaanderen in armoede en sociale uitsluiting.   

De gezondheidskloof tussen arm en rijk vermindert, maar dat is in dit geval slecht nieuws. De toegang tot gezondheidszorg voor mensen in armoede is niet verbeterd. Voor mensen boven de armoedegrens is ze verslechterd.                                                                                                                                               
Verder hebben  ongeveer 10,4 % van de Vlamingen  een inkomen onder de Europese armoedegrens en 24,2 % van de eenoudergezinnen leeft met een verhoogd armoederisico. Ook de langdurige werkloosheidsgraad is met bijna 7 % gestegen tot 37 %.
Meer en meer mensen krijgen te maken met de opbouw van overlevingsschulden: schulden die mensen (moeten) opbouwen voor basisbehoeften, zoals huisvesting, verwarming, ….. . Meer dan 18 000 gezinnen werden in 2009 in België met uithuiszetting bedreigd. Verder krijgen ook meer een meer mensen te maken met  knelpunten en sociale uitsluitingen met structurele oorzaken op het gebied van energie ( elektriciteit, gas en water) , met groeiende energiearmoede tot gevolg.

De cijfers zijn veelzeggend en dwingend. Bijkomende structurele maatregelen zijn nodig, en wel nu.
In dezelfde week dat het armoedebarometer rapport 2012 werd voorgesteld , keurde de huidige Federale regering 2 maatregelen goed. Deze zijn echter niet de maatregelen die nodig zijn om de groeiende armoede aan te pakken, integendeel.

De Federale regering besliste vorige week om 32 miljoen euro te besparen op de IGO (inkomensgarantie voor ouderen) bij ouderen , en dit terwijl nu al 1 op 4 ouderen in armoede moeten leven.
Verder heeft de Federale regering het besluit genomen om de degressiviteit van de werkloosheidsuitkeringen te versterken. Voor werkzoekende gezinshoofden zou de uitkering in tijd zakken met 12%. Voor alleenstaanden 17,5 % en voor samenwonenden maar liefst 32 %.  Op het wetsvoorstel van Groen en Ecolo om de minimumuitkeringen op te trekken tot boven de Europese armoedegrens wordt niet op ingegaan.
 
Het Vlaams netwerk van verenigingen waar armen het woord nemen ( http://www.vlaams-netwerk-armoede.be/ )  reageerde terecht verontwaardigd. Deze maatregel doet de werkloosheidsuitkering (verder) onder de Europese armoedegrens dalen en duwt sommige groepen van mensen ( verder ) in de armoede.Dit is een besparingsactie dat niet de armoede en de werkloosheid bestrijd , maar de armen en de werkzoekenden.
 
Dit zijn niet de maatregelen die we nodig hebben om de groeiende armoede en sociale ongelijkheid aan te pakken , integendeel . Armoede en sociale uitsluiting is een complexe problematiek, eenvoudige oplossingen bestaan niet. Maar als we nu geen gedragen voorstellen en acties formuleren en ondernemen, dan zal de armoede verder blijven toenemen.  
 
Toch kan het anders . Toch zijn er positieve alternatieven.
 
                                         
                                          
 
Nog steeds liggen een aantal sociale uitkeringen onder de Europese armoedegrens . Ook zijn er mensen die werken en een inkomen hebben die ook onder deze Europese armoedegrens liggen. Het aantal werkende armen groeit.
 
Ik pleit voor een basisinkomen, hetzij een sociale uitkering of een inkomen uit werk, met de Europese armoedegrens als absolute ethische ondergrens. Armoede is natuurlijk meer dan een inkomensprobleem, maar een menswaardig inkomen is een belangrijke eerste stap naar een menswaardig leven op andere levensdomeinen en naar meer kansen op maatschappelijke participatie.
Om de groeiende armoede en sociale ongelijkheid te bestrijden zouden de verschillende overheden dringend bijkomende beleidsacties moeten nemen om  een leven dat beantwoordt aan de menselijke waardigheid te kunnen garanderen. Het opzetten, implementeren en evalueren  van deze acties gebeurt het best in samenwerking met mensen in armoede en hun organisaties. Dit armoedebeleid moet vertrekken vanuit de krachten van mensen in armoede, moet werken aan de sociale uitsluitingen met structurele oorzaken en dient respect te hebben voor de binnenkant ( de belevingswereld ) van mensen in armoede.