maandag 15 oktober 2012

Internationale dag tegen de armoede 2012 in Leuven.




Op woensdag 17 oktober ’12 tussen 15u00 en 19u00 nodigen we beleidsmakers, organisaties uit de sector, het ‘middenveld’, mensen met en het brede publiek uit om in dialoog te gaan met mensen met kansarmoede-ervaring. Dit gebeurt op een interactieve manier aan thematische dialoogtafels met specifieke thema’s (zie menukaart). De dialoogtafels worden geïnspireerd door stellingen, foto’s, filmpjes, cijfermateriaal, tekst en beeld.
 
Er zijn lange en korte dialoogtafels, mensen kunnen hun reacties kwijt in de babbelbox (video) en ideeën en suggesties neerschrijven op reuze-vlaggenwimpels. De resultaten hiervan worden gebundeld en in het voorjaar van 2013 overhandigd aan de nieuwe beleidsmakers.
Buiten – voor de zaal – is er animatie. Er is een ‘keuvel-salon’, een ‘maak-zelf-je-soep-stand, er wordt gezongen en muziek gemaakt, .... En natuurlijk is er gratis soep en brood, koffie en frisdrank voor iedereen. Iedereen is hartelijk welkom om (kort of lang) binnen te springen op deze actie.

Deze Leuvense actie ‘Schuif mee aan tafel’ is onderdeel van de internationale dag in de strijd tegen kansarmoede en sociale uitsluiting - jaarlijks op 17 oktober - en vertrekt vanuit een samenwerkingsverband tussen buurtwerk ‘t Lampeke, buurtwerk Casablanca, Leren Ondernemen, inloopcentrum de Meander, de Wissel, Arktos, Riso Vlaams-Brabant, OCMW Leuven en CAW regio Leuven met de ondersteuning van de provincie Vlaams-Brabant en de stad Leuven.

Groen stijgt. Bedankt iedereen die dit mooie resultaat mogelijk heeft gemaakt.


Er is vraag naar meer sociale en ecologische rechtvaardigheid in onze steden en dorpen. GROEN gaat fors vooruit in bijna alle centrumsteden en ook in andere steden en dorpen gaat Groen vooruit. In Leuven stijgt Groen tot 15,5 % en in de provincie Vlaams-Brabant worden we de 3de grootste partij. Proficiat aan alle kandidaten en andere leden en sympathisanten van Groen die mee dit mooie resultaat mogelijk hebben gemaakt.  Proficiat. Bedankt aan alle kiezers die hun vertrouwen schonken in Groen. We zullen blijven gaan voor meer sociale en ecologische rechtvaardigheid.

Deze verkiezingen heb ik mij voor de 1ste keer kandidaat gesteld op de lijst ( gemeenteraad) en ik haalde 323 voorkeursstemmen. Hartelijk bedankt aan al deze 323 mensen dat jullie uw vertrouwen schonken in mij. Ik zal meer dan ooit blijven opkomen voor een krachtgericht en participatief armoedebeleid, betaalbaar wonen en energie en gelijke kansen voor iedereen.


Vriendelijke groeten,

Fobelets Jo
Actief binnen Groen Leuven.

dinsdag 9 oktober 2012

Armoede en sociale uitsluiting in Leuven oktober 2012 en beleidsvoorstellen .



Armoede en sociale uitsluiting is en blijft een groot probleem in België.  Alle armoede-indicatoren staan op rood. De jaarboeken armoede en sociale uitsluiting, het  meest recente  armoedebarometer rapport  2011 van het platform Decenniumdoelen 2017, het Vlaams netwerk van verenigingen  waar armen het woord nemen , Sector Samenlevingsopbouw, de OCMW’s en de rapporten van Vlaamse steden en gemeenten ( VVSG ) vertellen ons dat armoede stijgt.
Ook in Leuven gaat het niet goed met de armoede en sociale uitsluiting. Ook in Leuven  staan alle armoede indicatoren op rood. 

1.Armoede en sociale uitsluiting.

 Armoede is een complex probleem dat  wordt gekenmerkt door onvoldoende inkomen om in uw basisbehoeften te voorzien, zoals degelijke huisvesting, toegang tot elektriciteit, verwarmingen en water, gezonde voeding, enz… .

Maar armoede mag zeker niet louter gezien worden als een gebrek aan geld  .

Mensen in armoede ervaren achterstellingsituaties en sociale uitsluitingen op de levensdomeinen huisvesting en nutsvoorzieningen , inkomen en tewerkstelling, maatschappelijke dienstverlening, onderwijs, gezondheidszorg, enz….



Problemen op één levensdomein beïnvloeden en versterken de moeilijkheden in andere levensdomeinen en kunnen op zich nieuwe achterstellingsituaties en sociale uitsluitingen veroorzaken.


2.Een overzicht van een aantal levensdomeinen op Leuvens niveau:
2.1.Inkomen &  tewerkstelling ( o.a. leefloon/leefgeld)

In augustus 2012 waren er 735   leefloontrekkers en 428  leefgeldtrekkers ( equivalent leefloon). Een totaal van  1163  .

De groep van 735 mensen die moeten rondkomen met een leefloon is als volgt samengesteld: 407 alleenstaanden, 152 samenwonenden en 176 personen met gezinslast.

Bij de 428 leefgeldtrekkers gaat het over 300 alleenstaanden, 78 samenwonenden en 50 personen met gezinslast.
 
Het aandeel jongeren (-25jr) in de totale groep van leefloon- en leefgeldtrekkers bedraagt 25,28%. Tussen 2008 en 2011 is het aantal leefloon – en leefgeldtrekkers in Leuven met ongeveer 25% gestegen.

Het leefloon/leefgeld ( equivalent leefloon ) voor een alleenstaande bedraagt  vanaf februari 2012  785,61 euro, voor een samenwonende 523,74 euro en voor een persoon met gezinslast 1047,48 euro.

In België ligt de armoedegrens in 2012 op 1000 euro netto per maand voor een alleenstaande en 2101 euro voor een gezin bestaande uit 2 volwassen en 2 kinderen.

Het leefloon/leefgeld zit serieus onder de Europese armoedegrens. Uit verschillende onderzoeken blijkt dat het leefloon/leefgeld onvoldoende is voor heel wat mensen en gezinnen om te overleven , laat staan een leven uit te bouwen dat beantwoordt aan de menselijke waardigheid. Personen en gezinnen , die omwille van omstandigheden en tegenslagen in het leven  voor een langere periode afhankelijk worden van een leefloon/leefgeld zijn aangewezen op overlevingsstrategieën en kunnen geconfronteerd  worden met (verdere)  opbouw van overlevingsschulden ( huur , verwarming, voeding, gezondheid,….).

Mensen in armoede ondervinden drempels en sociale uitsluiting op het levensdomein tewerkstelling.

Mensen in armoede zijn vaak laaggeschoold en hebben een onzekere arbeidsloopbaan: interimwerk, ze zijn vaak tewerkgesteld in conjunctuurgevoelige sectoren, sociale economieprojecten, artikel 60 , activa, enz.. 

Het OCMW van Leuven heeft een team tewerkstelling. Binnen dit team werken arbeidsbemiddelaars samen met OCMW-cliënten rond ( sociale) activering.  In 2011 waren 297 personen in arbeidsbemiddeling bij het OCMW van Leuven ( 105 personen werden verder opgevolgd uit 2010, 192 dossiers werden nieuw opgestart).Bij 190 personen werd de arbeidsbemiddeling in 2010 stopgezet.

De belangrijkste vorm van tewerkstelling in 2011 was via artikel 60 met 110 nieuwe tewerkstellingen in 2011.



2.2.Huisvesting .

Mensen in armoede hebben het bijzonder moeilijk op het levensdomein huisvesting.

De toegang tot sociale huisvesting( sociale huisvesting Dijledal) is niet volledig gegarandeerd. In 2010 waren er in Leuven 6,88 % of 3192 sociale huurwoningen, waarvan 2.306 appartementen en 886 woningen. Dit is minder dan in 2004 toen er 7,71% sociale huurwoningen waren. Dit heeft diverse oorzaken , zoals renovatie.
De wachttijden voor een sociale woning zijn tegenwoordig gemiddeld 5 tot 7 jaar. Voor grote gezinnen zelfs nog langer. Ook de wachttijden voor een wooneenheid dat verhuurd wordt via het SVK zijn  lang.

Mensen in armoede moeten hierdoor noodgedwongen op zoek gaan naar een woonst op de private huurmarkt. De huurprijzen in Leuven zijn hoog en de huurwaarborg wordt onbetaalbaar voor mensen met een laag inkomen.

Mensen in armoede en sociale uitsluiting  komen vaak in  woningen terecht die structurele gebreken vertonen op het gebied van woonkwaliteit. Problemen die kunnen opduiken zijn bijvoorbeeld vochtproblemen, schimmels, geen  goede verwarming, tochtende en rottende ramen en deuren, binnensijpelend water als het regent, enz….

Door de hoge huurprijzen , de onzekere inkomenssituatie , de sociale uitsluiting en de complexiteit van een leven in armoede krijgen mensen te maken met de opbouw van overlevingschulden ( huur, energie, water, …..). Dit kan zorgen voor huurachterstallen.

Hierdoor kunnen ze geconfronteerd worden met dreigende en effectieve uithuiszetting. Effectieve uithuiszetting heeft een enorme negatieve impact op het welzijn van mensen.

Mensen die dreigen dakloos te worden of dakloos zijn geworden kunnen terecht bij het OCMW en crisisopvanginitiatieven van het CAW en andere sociale organisaties.

In 2011 klopten 205 mensen  ( 2010 277) bij het OCMW aan nadat ze dakloos waren geworden. De voornaamste oorzaken waren: uithuiszetting door huurachterstal, onbewoonbaarheidsverklaring, brand,…….De opvangmogelijkheden van het OCMW zijn beperkt. Het OCMW van  Leuven beschikt  over een beperkt aantal    doorgangswoningen: 1 gezinswoning, 4 appartementen , 7 kamers en 3 studio’s. 

Het OCMW kan verder helpen door het voorschieten van de  huurwaarborg en de eerste maand huur.

Het OCMW van Leuven werkt ook samen met het KOC ( CAW Regio Leuven).

Crisisopvang (KOC) van CAW regio Leuven beschikt over 14 bedden. Door het beperkte aantal bedden en de stijgende vraag naar opvang moeten mensen die dakloos zijn geworden vaak 3 a 4 weken bellen voor ze een plek hebben bij crisisopvang.

In 2010 kreeg het KOC van CAW regio Leuven 1850 aanvragen voor crisisopvang en  werden er 254 mensen effectief opgevangen. Tijdens deze opvang worden de mensen intensief begeleid.

Tijdens hun zoektocht naar een nieuwe woning op de private markt ervaren mensen in armoede  uitsluitingen op basis van bron van inkomsten ( leefloof/leefgeld, werkloosheidsuitkering,…) , hoogte van inkomen, bewijs van tewerkstelling, OCMW-huurwaarborg,  de 30% regel , enz….

We zien meer en meer dat mensen met een laag inkomen op basis van de 30% regel worden uitgesloten. Uit onderzoek blijkt dat men niet meer als 30% van je  inkomen mag besteden om niet in de problemen te komen. We zien dat private verhuurders en immokantoren deze regel toepassen. Dit zorgt ervoor dat mensen met een laag inkomen (kunnen) uitgesloten worden van de private wooneenheden die ze nog net zouden kunnen betalen.

Afgelopen winter heeft het OCMW van Leuven i.s.m.  het CAW en andere sociale organisaties een winteropvang voor mensen in een daklozensituatie opgezet.


2.3. Toegang tot nutsvoorzieningen elektriciteit , gas en water ( energiearmoede) .

De 2 grootste oorzaken van energiearmoede ( vooral m.b.t. elektriciteit en gas ) zijn huisvesting en inkomen. Mensen in armoede wonen vaak in woningen die structurele gebreken vertonen op het gebied van woonkwaliteit . Mensen in armoede  moeten zich vaak beroepen op een sociale uitkering, die zich vaak ( zeker het leefloon/leefgeld) onder de Europese armoedegrens bevinden. Sommige mensen werken maar hebben door de aard van het werk of een schuldenlast een netto-inkomen dat te laag is.

Ook in Leuven worden heel wat mensen in armoede geconfronteerd met energiearmoede ( elektriciteit, gas en water) .

Meer en meer mensen kunnen hun rekeningen bij de commerciële energieleverancier, de netwerkbeheerder en de watermaatschappij niet meer betalen en moeten een afbetalingsplan aanvragen. Vaak zijn het onrealistische afbetalingsplannen.
Meer en meer mensen worden in Leuven gedropt door hun commerciële energieleverancier, komen bij de netwerkbeheerder terecht en krijgen te maken met budgetmeters voor elektriciteit en gas .

De elektriciteits – en gasprijs bij de netwerkbeheerder  ligt gemiddeld 15% hoger dan de gemiddelde prijs op de commerciële energiemarkt. Ook de prijs  bij een budgetmeter ligt hoog en is het gemiddelde van de 2 grootste ( en ook duurste) commerciële energieleveranciers.

In Vlaams-Brabant waren er eind 2010 zo’n 5494 geplaatste actieve budgetmeters voor elektriciteit. Dit is een stijging tegenover het begin van 2010.

Op 01/01/2010 waren er 4 488 geplaatste en actieve budgetmeters voor aardgas  in Vlaanderen. Op 01/01/2012 waren er 24 190 geplaatste en actieve budgetmeters voor aardgas. Dit betekent dat de afgelopen 2 jaar  19702 bijkomende aardgasbudgetmeters zijn geplaatst .De implementatie van de budgetmeter voor aardgas startte in 2009. Er is dus duidelijk een inhaalbeweging bezig.

In het rapport ‘Armoede in Vlaams-Brabant 2011’ van de provincie Vlaams-Brabant kunnen we lezen dat er in Vlaams-Brabant  eind 2010 zo’n  2132 geplaatste actieve budgetmeters voor aardgas waren.

Er is een groeiend probleem met de budgetmeters voor aardgas. Wanneer je uw budgetmeter voor elektriciteit ( tijdelijk ) niet kunt opladen kom je eerst op een noodkrediet terecht en kan je later ( tijdelijk) gebruik maken  van een minimumlevering van 10 ampère. Bij een budgetmeter voor aardgas is een minimumlevering voorlopig niet mogelijk, met schrijnende levensomstandigheden en groeiende energiearmoede tot gevolg. Op 24 september 2010 nam de Vlaamse regering bijkomende maatregelen: mensen die hun budgetmeter voor aardgas niet kunnen opladen kunnen bij het OCMW terecht en na een sociaal onderzoek kan het OCMW beslissen om een  minimumhoeveelheid aardgas ter beschikking te stellen. Uit gesprekken met mensen in armoede blijkt  dat niet iedereen op de hoogte is van deze maatregel.

In 2010 kwamen 410 dossiers met betrekking tot elektriciteit en gas voor het LAC in Leuven. Dit is een daling tegenover 2009 , toen 516 dossiers voor het LAC kwamen. Dit betekent niet noodzakelijk dat er minder mensen zijn die te maken krijgen met energiearmoede. Als er op voorrand een oplossing bereikt wordt komt het dossier niet voor de LAC.

Het OCMW kan moeilijk contact leggen met de mensen die zijn opgeroepen om te verschijnen voor het LAC.

In 2010 kwamen er 218 dossiers met betrekking tot water voor het LAC in Leuven . Dit is een forse stijging tegenover 2009 toen er 119 dossiers voor het LAC kwamen.

In Vlaams-Brabant werden er in 2010  zo’n 3 602 dossiers door de LAC’s behandeld. Er werden 214 huishoudelijke afnemers afgesloten na een advies van het LAC.

Noch steeds worden mensen afgesloten van nutsvoorzieningen zoals water , waardoor mensen zich moeten beroepen op pure overlevingsstrategieën.

2.4.Schuldopbouw

Steeds meer mensen hebben schulden gemaakt in onze consumptiemaatschappij: schulden om te overleven ( huisvesting, nutsvoorzieningen , gezonde voeding, gezondheidszorg,enz…) , maar soms ook schulden omdat ze zich lieten verleiden om toch maar weer op krediet te kopen.

Ook de schuldenproblematiek  in Leuven groeit.

In 2010 registreerde het Team Schuldhulpverlening van het OCMW 329 intakegesprekken .Er werden 92 dossiers effectief opgestart, bestaande uit 23 nieuwe dossiers en 69 lopende dossiers .


2.5.Kinderarmoede.

In Leuven zijn er heel wat kinderen die geboren worden en opgroeien in een gezin in kansarmoede.

Onder de kinderen geboren in 2009 waren er 13,4 % kinderen die geboren zijn in een gezin in armoede. In Leuven centrum ligt dat % zelfs nog hoger, nl 26 %.

Dit is hoger dan het gemiddelde in Vlaams-Brabant en Vlaanderen.


2.6.Maatschappelijke dienstverlening.

Mensen die armoede en sociale uitsluiting ervaren moeten door hun maatschappelijke kwetsbare positie en een gebrek aan een groot extern sociaal netwerk vaker  een beroep doen op maatschappelijke instellingen zoals het OCMW.

Mensen in armoede vinden het vaak enorm moeilijk om de stap te zetten naar een maatschappelijke instelling zoals het OCMW.

Er is een  kloof tussen de leefwereld van maatschappelijke werkers en het OCMW en de leefwereld van mensen die armoede en sociale uitsluiting ervaren. Sommige maatschappelijk werk(ers)sters  hebben onvoldoende kennis van de belevingswereld van mensen in armoede: de gevoelens van schaamte en vernedering om telkens opnieuw hulp te vragen, de schuldgevoelens, het minderwaardigheidsgevoel, enz….

Vanaf december 2011 ging er een ervaringsdeskundige in de armoede en sociale uitsluiting aan de slag bij het OCMW van Leuven.


2.7.Verkleuring van de armoede.

De jaarboeken armoede en sociale uitsluiting , de verenigingen waar armen het woord nemen , de cijfers van de EU-SILC ( European Union –Statistics on Income and Living Conditions) en de OCMW’s en CAW’s vertellen ons dat armoede en sociale uitsluiting sterk verkleurd.  Het jaarboek armoede en sociale uitsluiting 2011 heeft heel wat aandacht besteed aan de verkleuring van armoede.

Ongeveer  38% van de mensen van Turkse afkomst en 54% van de mensen van Marokkaanse afkomst leven in armoede in België.

Uit het aantal personen die equivalent leefloon ( leefgeld) krijgen blijkt dat ook in Leuven armoede verkleurt.


2.8.De binnenkant van armoede en sociale uitsluiting.

Er is ook een binnenkant van armoede . Dit vertelt ons iets over hoe mensen in armoede zich voelen en hun situatie ervaren.

Langdurig leven in armoede en sociale uitsluiting, creëert kwetsuren, die slechts heel langzaam genezen. Het zorgt ervoor dat mensen het gevoel hebben dat ze de greep op hun eigen leven verliezen. Verder ervaren mensen in armoede en sociale uitsluiting gevoelens van  minderwaardigheid,  machteloosheid, schaamte , enz….

 
De binnenkant van armoede zorgt ervoor dat mensen in kansarmoede in een isolement terecht komen en moeilijk aansluiting vinden bij de maatschappij. Het zijn  deze sociale uitsluitingen die armen vaak erger vinden om dragen dan het geldgebrek.

Soms dragen mensen in armoede kwetsuren mee vanuit de kindertijd. Soms groeien mensen in armoede op in een gezin met onveilige gezinsrelaties. Dit kan zorgen voor kwetsuren zoals onveilige hechting, enz…. die het latere leven kunnen beïnvloeden.


2.9.De krachten van mensen in armoede.

1.Overlevingsstrategieën
2.Creativiteit
3.Doorzettingsvermogen
4.Ervaringsdeskundigheid
5.Solidariteit


3.Armoedebeleid.

3.1.Werken aan maatschappelijke structuren die armoede in stand houden en (re)produceren.

Dat armoede en sociale uitsluiting stijgt zegt ons iets over hoe onze samenleving is georganiseerd. Mensen in armoede ervaren knelpunten en sociale uitsluitingen met structurele oorzaken op de levensdomeinen huisvesting, inkomen en tewerkstelling, onderwijs, maatschappelijke dienstverlening, gezondheidszorg,enz… In onze samenleving zijn bepaalde structuren actief die armoede in stand houden en armoede (re)produceren.

Willen we armoede kunnen terugdringen is het belangrijk om rond deze structurele uitsluitingen te werken. Dit gebeurd het beste op een participatieve manier.

De ervaringsdeskundigheid van mensen in armoede speelt hier een enorm belangrijke rol. Zij weten beter dan wie ook wat het is om in armoede en sociale uitsluiting te leven. Tal van organisaties vertrekken vanuit de verhalen van mensen in armoede.

Vele verenigingen waar armen het woord nemen , het Vlaams netwerk van verenigingen waar armen het woord nemen , Sector Samenlevingsopbouw, enz…. hebben dialoogwerkgroepen. Binnen een dialoogwerkgroep wordt er gewerkt rond de knelpunten en structurele drempels die mensen in armoede  ervaren op de verschillende levensdomeinen. Tijdens dit proces gaan ze ook in gesprek met relevante maatschappelijke actoren. Eindresultaat is meestal een met getuigenissen onderbouwd beleidsdossier met beleidsaanbevelingen.

Op 12 maart 2003 keurde het Vlaams parlement het Vlaamse armoededecreet goed. Het decreet van minister van Welzijn Mieke Vogels ( toen Agalev, nu Groen ) legde de wettelijke basis van het armoedebeleid in Vlaanderen. Het decreet geeft ondersteuning aan verenigingen waar armen het woord voeren via de oprichting van een Vlaams netwerk van verenigingen waar armen het woord nemen en het erkennen van de dialoogmethode.


3.2. Krachtgericht(e) hulpverlening/ werken voor/ met mensen in armoede.

Binnen krachtgericht werken met  of een krachtgerichte hulpverlening voor mensen in armoede wordt er naast werken rond de buitenkant van armoede ( de knelpunten en sociale uitsluitingen) ook en vooral gewerkt met de binnenkant van armoede en de krachten van mensen in armoede.

Het doel is  mensen in armoede opnieuw meer controle en zeggenschap te geven over de verschillende levensdomeinen in hun leven (autonomieverhoging)  om zo mogelijke afhankelijkheidsrelaties met maatschappelijke instellingen te doorbreken.

Krachtgericht werken vertrekt vanuit de krachten van mensen in armoede om zo stappen vooruit te zetten. Tal van verenigingen waar armen het woord nemen , het Vlaams netwerk van verenigingen waar armen het woord nemen , Welzijnsschakels enz…. werken krachtgericht. Binnen deze organisaties nemen mensen in armoede vanuit hun krachten en capaciteiten engagement op binnen de vereniging.

Ook binnen maatschappelijke instellingen worden er projecten opgezet om krachtgericht te werken.

Het werk van het project ‘Bind-Kracht in armoede’ kan hier een inhoudelijke richtinggever zijn.


3.3.Uitdagingen voor de toekomst m.b.t. armoede en sociale uitsluiting in Leuven.

1.Huisvesting.
2.Energiearmoede (elektriciteit, gas en water).
3.Participatie van mensen in armoede bij het vormgeven, implementeren en evalueren van het lokale armoedebeleid.
4.Kinderarmoede en verkleuring van de armoede.
5.De aanwezigheid van het individueel schuldmodel m.b.t. het kijken naar en het bestrijden van armoede en sociale uitsluiting.


4. Groene en andere beleidsvoorstellen voor het bestrijden van armoede en sociale uitsluiting.

In dit hoofdstuk schuif ik per levensdomein een aantal beleidsvoorstellen van Groen, Netwerken armoedebestrijding en andere sociale organisaties naar voren.

4.1. Inkomen en tewerkstelling.


·        Om groeiende armoede en sociale uitsluiting tegen te gaan pleiten  het Vlaams netwerk van verenigingen waar armen het woord nemen , de vakbonden en de partijen Groen en Ecolo voor het optrekken van de minimumuitkeringen tot boven de Europese armoedegrens. Eigenlijk zouden we moeten komen tot een soort basisinkomen ( hetzij uit werk of een sociale uitkering)  met de Europese armoedegrens als ethische ondergrens. ( Federale bevoegdheid)


4.2. Huisvesting.


·        Groen Leuven gaat voor 10% sociale woningen. In Leuven is de voorbije jaren het relatieve aandeel aan sociale woningen gedaald, van 7,67% in 2006 tot 6,88% (cijfers 2010, uit de Stadsmonitor). Groen Leuven voorstander van een blijvende uitbreiding van het aantal sociale woningen. Groen wil het aanbod van kwalitatieve sociale huisvesting verhogen en de wachtlijsten verminderen, met nadruk op kleinschalige wijkprojecten. Bij nieuwe woonprojecten waarborgt de stad een gezonde mix van sociale huur/koopwoningen. Een te nadrukkelijk streven naar een sociale mix binnen een wijk mag er niet toe leiden dat de wachttijd voor maatschappelijk kwetsbare kandidaat-sociale huurders nog langer wordt. Een voorrangsregeling voor kwetsbare groepen is verantwoord.

·        Een ambitieus woningvernieuwingsprogramma om de structurele gebreken weg te werken. De energetische kwaliteit van een woning, de hogere energiefacturen en eventuele energiearmoede mag niet losgezien worden van de structurele woonkwaliteit. De stijgende energiearmoede en de klimaatcrisis stellen de verschillende bestuurlijke overheden en ons allemaal voor enorme uitdagingen. Armoedebeleid en klimaatbeleid gaan hier hand in hand samen. De Vlaamse overheid  zou een groots en ambitieus woningvernieuwingsprogramma kunnen opzetten. Dit woonvernieuwingsprogramma – dat idealiter een looptijd moet kennen van minimaal tien jaar en een sterke impuls zal inhouden voor de bouwsector en energie-innovatieve bedrijven in Vlaanderen – dient zich te richten op de zwakste segmenten van de Vlaamse woningmarkt, zowel op de sociale als de private huurmarkt. Er moet verder oog zijn voor de eventuele knelpunten en weerstandsmechanismen die eigenaar ervaren bij het participeren aan dit ambitieus woningvernieuwingsprogramma.  Voor maatschappelijk kwetsbare eigenaars zijn doorgedreven maatgerichte vormen van trajectbegeleiding en voorfinanciering en derdebetaler systeem  logica van het grootste belang. Het beleidsdocument ‘Naar een ambitieus beleid inzake energie en woonkwaliteit in Vlaanderen’ van Samenlevingsopbouw kan een richtinggever zijn. ( Beleidsaanbeveling  Sector Samenlevingsopbouw)


·        Naast de gewestelijke huursubsidies komt het OCMW nu al in bepaalde gevallen tegemoet in de huurwaarborg van lage inkomens. Groen Leuven wil aanvullende lokale huursubsidies om de private huurmarkt toegankelijk te maken voor lage inkomens. Een noodzakelijke voorwaarde is dat er tegelijk werk gemaakt wordt van een uitbreiding van het aantal sociale woningen en investeringen in de betaalbaarheid en kwaliteit van de privé huurmarkt. Een huursubsidie moet een hulp zijn voor de huurder met een laag inkomen, maar mag geen subsidie van eigenaars zijn. Daarom wil Groen als voorwaarde opleggen dat de woning gehuurd wordt via een sociaal verhuurkantoor of aan de richthuurprijs.


·        Groen Leuven pleit voor een  sterkere rol voor het sociaal verhuurkantoor. Er komt een sensibiliseringscampagne om eigenaars aan te zetten hun woning te verhuren via een sociaal verhuurkantoor. Eigenaars die hun woning verhuren via een sociaal verhuurkantoor willen we aanmoedigen door middel van renovatiepremies. Op deze manier werkt de stad tegelijk aan de kwaliteit en de betaalbaarheid van de privé huurmarkt. De stad stelt een investeringsbudget ter beschikking van het sociaal verhuurkantoor om energieaudits uit te voeren en de nodige energiebesparende investeringen ter verbetering van de woonkwaliteit van het patrimonium door te voeren. Het sociaal verhuurkantoor speelt ook een rol in prospectie van leegstand en verkrotting.


·        Wij vragen de heroprichting van team wonen binnen het OCMW. Gezien de enorme vraag naar huisvestingsbegeleiding vragen we dat er opnieuw een speciaal team huisvesting binnen het OCMW van Leuven wordt opgericht. Het team dient zoveel mogelijk op zoek te gaan naar mensen met huisvestingsproblemen en zoveel mogelijk in te zetten op preventieve woonbegeleiding om dreigende en effectieve uithuiszetting te voorkomen. Verder kan dit team als mensen dit willen hen intensief en krachtgericht begeleiden bij hun zoektocht naar een nieuwe woonst. Hiervoor kan het OCMW samenwerken met relevante actoren. (Beleidsvoorstel Groen Leuven)


·        Groen Leuven pleit voor een uitbreiding van het aantal crisisopvanginitiatieven. De periode van crisisopvang zou best ook verlengd worden.

·        Er wordt een systeem uitgewerkt waarbij mensen een huis kunnen bouwen zonder de grond te verwerven. Er kan gedacht worden aan systemen van erfpacht of een model als de Community Land Trust. Met dit soort formules kunnen gezinswoningen betaalbaar blijven. (Beleidsvoorstel Groen Leuven )


·        Er is nood aan een duidelijk beleid dat racisme en uitsluiting op de huurmarkt tegengaat. Personen van een andere origine, personen met een precair verblijfsstatuut, mensen zonder papieren of personen met een vervangingsinkomen worden vaak geweigerd en worden makkelijker slachtoffer van huisjesmelkerij. Kandidaat-huurders moeten steeds via het stedelijk woonloket alle informatie krijgen over hun rechten, en eigenaars moeten aangesproken worden op hun plichten. Er is verder nood aan strikte maatregelen tegen huisjesmelkerij. ( Beleidsvoorstel Groen Leuven )


4.3.Toegang tot nutsvoorzieningen elektriciteit , gas en water ( energiearmoede) .


·         Energetische renovatie van huizen moet op een voldoende grote schaal worden aangepakt, mag niet langer afhankelijk zijn van individueel initiatief. Groen is voorstander van een model waarbij zo mogelijk een hele wijk in een keer wordt aangepakt. Dat is met name ook belangrijk voor die mensen die het meest gevoelig zijn voor energiearmoede. Het komt er  op aan om alle bewoners samen te brengen om hen te betrekken bij het hele project, via een aangepaste participatiestructuur, een energiewijkgroep. Wanneer er sociale organisaties of buurwerk actief zijn in die wijk, hebben zij vanzelfsprekend een belangrijke rol te spelen. Ook vertegenwoordigers van de stad en het OCMW draaien mee in de energiewijkgroep. Alle betrokken bewoners kunnen ook beroep doen op een contactpersoon bij wie ze permanent terecht kunnen met al hun vragen. Speciale aandacht is nodig voor huurders. Zij kunnen meestal zelf erg weinig veranderen aan het huis waarin ze wonen, en ze komen dan ook nog vaak terecht in kwalitatief slechte huizen. Verhuurders zouden actief benaderd moeten worden om hen ervan te overtuigen mee te stappen in het wijkproject. Eventueel kan ook het sociaal verhuurkantoor hierin nog een rol spelen. Voor al wie in het project stapt, wordt administratieve ondersteuning aangeboden. Zo kan de soms moeilijke zoektocht naar alle premies en fiscale voordelen uit handen genomen worden, zodat er voor iedereen een maximaal gunstig effect is. Ook de af en toe ingewikkelde weg om bij goede technici of aannemers te komen, kan zo door het energiebedrijf worden overgenomen.  Op basis van de inkomenssituatie van de burgers in de wijk wordt bekeken wie zelf niet voldoende eigen middelen heeft om mee in het project te stappen. Zij kunnen extra steun krijgen, al dan niet in de vorm van een renteloze lening via het FRGE (Fonds ter Reductie van de Globale Energiekost, in Leuven in de vorm van vzw Pendule). Voor de groep die daar net boven valt, worden ook interessante formules van prefinanciering uitgewerkt zodat investeringen sneller kunnen worden doorgevoerd. Er kan ook gebruik gemaakt worden van innovatieve financiële instrumenten zoals een derdebetalers- of derde-investeerdersfinanciering. Daarbij wordt voorfinanciering voor een investering voorzien, waarbij het betrokken bedrijf in eerste instantie wordt terugbetaald ( Beleidsvoorstel Groen Leuven )


·        Het stopzetting van de uitrol van de budgetmeter voor aardgas.
Zolang er geen minimumlevering kan voorzien worden  is de aardgasbudgetmeter voor ons geen goed instrument voor de bestrijding van (verdere) energiearmoede. Samen met het Vlaams netwerk van verenigingen waar armen het woord nemen en Samenlevingsopbouw Antwerpen provincie vraagt Groen  dan ook dat de uitrol van de aardgasbudgetmeter wordt gestopt.


·        Er is een groeiend probleem met de budgetmeters voor aardgas. Wanneer je uw budgetmeter voor elektriciteit (tijdelijk) niet kunt opladen, kom je eerst op een noodkrediet terecht en kun je later (tijdelijk) gebruik maken van een minimumlevering van 10 ampère. Bij een budgetmeter voor aardgas is een minimumlevering voorlopig niet mogelijk, met schrijnende levensomstandigheden en groeiende energiearmoede tot gevolg. In nam 2010 nam de Vlaamse regering bijkomende maatregelen. Mensen die hun budgetmeter voor aardgas niet kunnen opladen, kunnen bij het OCMW terecht en na een sociaal onderzoek kan het OCMW beslissen om een minimumhoeveelheid aardgas ter beschikking te stellen. Uit gesprekken met mensen in armoede blijkt dat niet iedereen op de hoogte is van deze maatregel. Het OCMW zou bijkomende inspanningen moeten doen om deze mensen te bereiken en op toegankelijke wijze te informeren over deze maatregel. ( Beleidsvoorstel Groen Leuven )


·        Een lokale woon-, water- en energiewinkel op maat van kwetsbare groepen is een interessant instrument om op een integrale manier te werken rond huisvestingsproblemen, energiearmoede, … Een gemeentelijke of intergemeentelijke woon-, water- en energiewinkel geeft de mogelijkheid tot brede samenwerking tussen het OCMW, CAW, woonwinkels, huurdersbond, het FRGE, sociale verhuurkantoren, buurtwerk, sociale economie… Toegankelijkheid, bruikbaarheid en betrouwbaarheid zijn heel belangrijk bij de oprichting van een lokale woon-, water-en energiewinkel, net als de dienstverlening voor maatschappelijk kwetsbare groepen. Om toegankelijke dienstverlening te garanderen, is het belangrijk om mensen in armoede, verenigingen waar armen het woord nemen en ervaringsdeskundigen te betrekken bij de werking van zo’n winkel. Deze winkel werkt volgens het eenloketprincipe, kan informatie verstrekken, kan werken rond huisvesting, toegang tot nutsvoorzieningen, energiebesparing bij maatschappelijk kwetsbare groepen, …
( Beleidsvoorstel Sector Samenlevingsopbouw en ‘t Vlaams netwerk van verenigingen waar armen het woord nemen en van Groen )


·        Iedereen heeft recht op een minimum aan energie voor de verlichting en verwarming van haar of zijn woonst. De stad helpt mensen niet alleen bij het afbetalen van hun energieschulden. Ze moet vooral helpen om de energiekost te doen dalen, zeker bij gezinnen met lage inkomens en/of met een uitkering, die bovendien vaak in slecht geïsoleerde huizen wonen. Het oplossen van energiearmoede vraagt een grondige aanpak van de vele slechte woningen door sociale stadsvernieuwing en grondige renovatie. Distributienetbeheerders hebben als sociale leverancier de opdracht om de rationele energieverbruikprogramma’s uit te voeren. Stad en OCMW moeten samen met de LAC’s (Lokale Advies Commissie) gezinnen actief begeleiden om hun energiefactuur te doen dalen. Dat kan door eenvoudige energieaudits, isolatie voor lage inkomensgezinnen en door de leasing van energiezuinige toestellen als alternatief voor dure energieslokoppen als elektrische verwarmingstoestellen. Stad of OCMW maken jaarlijks een budget vrij om OCMW-cliënten op deze manier structureel te helpen. Sociale huisvestingsmaatschappijen moeten de opdracht en de mogelijkheden krijgen om woningen energiezuinig te maken, zodat sociale huurders minder voor hun energieverbruik betalen. Sociale huisvestingsmaatschappijen en OCMW kunnen ook goedkopere tarieven onderhandelen bij energieleveranciers door de aankoop van energie voor mensen met een laag inkomen te bundelen. ( Beleidsvoorstel Groen Leuven )


4.4. Schuldopbouw.


·        Steeds meer mensen hebben schulden gemaakt in onze consumptiemaatschappij: schulden om te overleven, om de schoolrekening van hun kinderen te kunnen betalen, maar soms ook schulden omdat ze zich lieten verleiden om toch maar weer op krediet te kopen. Er moet blijvend geïnvesteerd worden in actieve schuldbemiddeling door het OCMW of door particuliere welzijnsorganisaties. Die moet mensen bijstaan om schulden af te bouwen of kwijt te schelden wanneer ze slachtoffer zijn van agressieve verkoopstechnieken. Groen wil ook de opbouw van schulden voorkomen door structurele maatregelen. De stad maakt afspraken met scholen over een beperking van de schoolkosten of kan energiescans aanbieden om de energiekost van armere gezinnen te doen dalen. ( Beleidsvoorstel Groen Leuven ) .


4.5. Maatschappelijke dienstverlening en participatie .

  
·        Het gaat niet goed met de armoede in Leuven. Groen Leuven is vragende partij voor meer aandacht voor armoede en sociale uitsluiting. Dit zou kunnen via de organisatie van een jaarlijkse armoededag. De bedoeling is wel dat de mensen in armoede en hun verenigingen waar armen het woord nemen in grote mate betrokken worden bij de organisatie deze dag. Het is een dag waar vertegenwoordigers van de stad, het OCMW, het CAW, mensen in armoede en verenigingen waar armen het woord nemen, ervaringsdeskundigen in de armoede en sociale uitsluiting en lokale politici elkaar ontmoeten, met elkaar praten en luisteren naar verhalen van armoede en sociale uitsluiting in Leuven. Elk jaar kan gefocust worden op een ander levensdomein ( huisvesting en energie, maatschappelijke dienstverlening, tewerkstelling, …).
( Beleidsvoorstel Groen Leuven )


·        Uit gesprekken met mensen in armoede blijkt dat de dienstverlening van het OCMW niet altijd afgestemd is op de belevingswereld van mensen in armoede. Stad en OCMW kunnen verdere stappen zetten naar een sociale dienstverlening die vertrekt vanuit het verhaal, de hulpvraag en de krachten van mensen in armoede, die werkt rond sociale uitsluiting en respect heeft voor de binnenkant (de belevingswereld) van mensen in armoede. De aanwerving en indiensttreding van een ervaringsdeskundige in de armoede en sociale uitsluiting eind 2011 is een eerste belangrijke stap. ( Beleidsvoorstel Groen Leuven)

·        Groen Leuven is voorstander van de invoering van een armoedetoets. Die zou bij beslissingen in verschillende beleidsdomeinen de mogelijke effecten op mensen in armoede in kaart moeten brengen. Het gaat bv. over maatregelen op het vlak van dienstverlening, huisvesting, onderwijs, woonomgeving, … De toets zou best tot stand komen met goede participatiemethodieken.




Bronnen en interessante links.











Armoedebarometer rapport  2011 van het platform Decenniumdoelen 2017

‘ Einddossier wonen, verslag van de themawerking wonen 2009-2011’ van buurtwerk en vereniging waar armen het woord nemen ’t Lampeke

Jaarverslag 2010 OCMW Leuven

‘Armoede in Vlaams-Brabant 2011’ van de provincie Vlaams-Brabant

‘Sociale openbare dienstverplichtingen 2011’ van de VREG.