Armoede in België 2016: laat de
waterscan uitvoeren door sociale economieprojecten.
Waterarmoede, een groeiend probleem.
Water is
levensnoodzakelijk. Iedereen heeft water nodig om te drinken, om eten klaar te
maken, voor je kleren te wassen, om jezelf te kunnen wassen, enz….Het recht op
water wordt expliciet genoemd in bepalingen van een aantal thematische
mensenrechtenverdragen zoals in artikel 14, § 2 van het VN-Verdrag tegen
Vrouwendiscriminatie en in artikel 24, § 2 van het VN-Kinderrechtenverdrag, maar
het wordt dus in geen enkel mensenrechtenverdrag als een zelfstandig recht
vermeld.
Resoluties
van de Mensenrechtenraad en de Algemene Vergadering van de VN inzake het recht
op water en sanitatie betekenen een verdere stap in de erkenning ervan op
internationaal niveau. In juli 2010 erkende de Algemene Vergadering van de VN
het recht op water en sanitatie als een mensenrecht dat essentieel is voor de
volle uitoefening van het recht op leven en van alle mensenrechten. In
september 2010 bevestigt de VN-Mensenrechtenraad dat het recht op drinkbaar
water en op sanitatie komt van het recht op een adequate levensstandaard en
intrinsiek verbonden is met het recht op de hoogst mogelijk bereikbare
standaard van fysische en mentale gezondheid, evenals met het recht op leven en
op menselijke waardigheid. De resolutie bevestigt het recht op water en
sanitatie als deel van het bestaand internationaal recht. Het bevestigt ook dat
de staten de verantwoordelijkheid hebben om de volle uitoefening van alle
mensenrechten te garanderen, en dat het feit dat diensten inzake levering van
drinkwater en/of inzake sanitatie aan een derde worden gedelegeerd de staat
niet ontslaat van haar verplichtingen inzake de mensenrechten.
Meer en meer mensen in België ervaren echter sociale
uitsluitingen op het vlak van toegang tot nutsvoorziening water. Een groeiend
aantal mensen hebben problemen met het betalen van hun 3 maandelijkse
voorschotfacturen en hun eindfacturen. Meer en meer mensen moeten een
afbetalingsplan aanvragen.
In 2009 werden
791 gezinnen afgesloten. In 2010 waren dat 2362 gezinnen. In 2011 waren er dit
4 497. In 2012 nam het aantal huishoudens die werden afgesloten verder toe. In
heel Vlaanderen werden in 2012 ongeveer 5073 huishoudens afgesloten van het
openbaar waterdistributienetwerk omdat ze de rekening niet konden betalen :
1589 afsluitingen in Antwerpen, 69 afsluitingen in Leuven, 69 afsluitingen in
Kortrijk, 68 afsluitingen in Oostende, 55 afsluitingen in Gent, 45 afsluitingen
in Mechelen, 38 afsluitingen in Turnhout, 35 afsluitingen in Roeselare , 20
afsluitingen in St-Niklaas, 18 afsluitingen in Brugge, 9 afsluitingen in Aalst,
7 afsluitingen in Genk , enz. Een duidelijke stijging tegenover 2011. (1)
In 2014
stuurde de Vlaamse watermaatschappijen 33.569 dossiers door naar de OCMW’s van
mensen die hun waterfactuur niet konden betalen , wat een stijging is van 7%
tegenover 2013. (2)
Dit zijn
waarschijnlijk onvolledige cijfers. Niet alleen is er wat betreft waterarmoede
weinig cijfers voor handen, er is ook net zoals bij energiearmoede verdoken
waterarmoede.
Verwacht
wordt dat met de draconische besparingen en de factuurverhogingen van de
huidige federale en Vlaamse regering dit verder zal toenemen.
Waterarmoede
zit ingebed in een complexe situatie van armoede, sociale uitsluiting en
maatschappelijke kwetsbaarheid. Mensen in armoede ervaren sociale uitsluitingen met structurele
oorzaken op de levensdomeinen huisvesting en
energie en water , inkomen en tewerkstelling, maatschappelijke dienstverlening,
onderwijs, gezondheidszorg, enz….De sociale uitsluitingen die veel mensen in
armoede ervaren zijn dezelfde, wat verschilt is hoe ze hiermee om gaan. Ieder
persoon in armoede gaat , vertrekkende vanuit hun binnenkant , op een andere
manier om met deze structurele uitsluitingsmechanismen. Sommigen vinden in deze
onrechtvaardigheden de kracht om verder te gaan , anderen trekken zich na de
zoveelste kwetsende ervaring terug om verdere kwetsuren te vermijden. Er is dus
een wisselwerking tussen structurele uitsluitingsprocessen op maatschappelijk
en institutioneel niveau en het persoonlijke niveau. Dit maakt dat
armoedebestrijding( en dus ook de bestrijding van waterarmoede) complex is.
Om
waterarmoede tegen te gaan moeten er dringend bijkomende maatregelen genomen
worden op het structurele en institutionele niveau, waaronder onder andere meer
sociale maatregelen( zoals de sociale openbare dienstverplichtingen bij
nutsvoorzieningenelektriciteit en gas).
1)Bron
cijfers: www.netwerk-tegen-armoede.be
2)Bron
cijfers: http://www.vvsg.be/nieuws/Paginas/Opnieuw-meer-mensen-in-waterarmoede-naar-OCMW’s.aspx
De waterscan, naar analogie van de
energiescan.
Naast de
structurele maatregelen kan er ook op het individuele niveau rond waterarmoede
gewerkt worden. Dit kan gebeuren met de methodiek waterscan. De waterscan kwam
er na de energiescan.
De
energiescan is een interessante methodiek om te werken aan energiebesparing en
energiearmoede bij maatschappelijk kwetsbare mensen. Het versterkt maatschappelijk kwetsbare
mensen en het heeft ene signaalfunctie naar het beleid toe. Daarnaast is het
ook tewerkstelling voor mensen met een
grote(re) afstand tot de reguliere arbeidsmarkt. Zo zorgden de energiescans in 2014 over heel
Vlaanderen voor een tewerkstelling van 276 personen binnen sociale
economieprojecten.
Tussen
september 2009 en september 2012 heb
ikzelf bachelor sociale readaptatiewetenschappen ( sociaal agogisch werk) gestudeerd aan
de KHLeuven. Mijn 2de en 3de jaarstage heb ik gedaan bij het
team energiesnoeiers van Leren Ondernemen, een vereniging waar armen het woord nemen. In 2015 was ik de begeleider van de energiesnoeiers bij Leren Ondernemen.
Tijdens mijn 2de jaarstage werd er binnen het team energiesnoeiers
van Leren Ondernemen geëxperimenteerd met de waterscan. Het was een
pilootproject. Later werd beslist dat de waterscan zal uitgevoerd worden door
de Vlaamse Watermaatschappij.
De cijfers van het aantal waterscan vs.
de cijfers van de aantal energiescans.
In 2014 zijn
in Vlaanderen 44 waterscans uitgevoerd door de VWM. Dat blijkt uit cijfers die
Vlaams minister van Milieu Joke Schauvliege vrijgaf als antwoord op een
parlementaire vraag van de sociaal-democratische oppositiepartij. (3)
44
waterscans in 2014, dat is bedroevend laag. Zeker als je weet dat een groeiend
aantal huishoudelijke afnemers hun facturen niet meer kunnen betalen en geconfronteerd worden met afsluiting van
nutsvoorziening water.
Wat betreft
de methodiek energiescan zien we een taal ander en veel beter plaatje.
In 2014
waren er in Vlaanderen 32 projecten van energiesnoeiers, die allemaal ingebed
zijn in sociale organisaties( meestal bij sociale economiebedrijven, maar ook
binnen een vereniging waar armen het woord nemen). Dit was goed voor een
tewerkstelling van 210 doelgroepmedewerkers( maatschappelijk kwetsbare mensen
die opgeleid zijn tot energiescanner) en 66 begeleiders die zorgen voor de
sociale en beleidsmatige omkadering binnen die projecten zelf. Wat een stijging
is tegenover 2013. In
2014 werden 20.658 energiescans uitgevoerd. Dit is een stijging tegenover 2013
toen er in totaal 19 224 energiescans werden uitgevoerd. (4)
Dit is veel
meer dan het aantal waterscans van de Watergroep.
(3)Bron
cijfers: http://www.hln.be/hln/nl/943/Consument/article/detail/2674267/2016/04/13/Slechts-44-waterscans-uitgevoerd-in-2014.dhtml
(4)Bron
cijfers: www.komosie.be
Onzekerheid over de methodiek energiescan.
Het najaar
van 2014 was een stresserende periode voor de energiesnoeiers in Vlaanderen. In
de week van 17 oktober ( internationale dag van verzet tegen armoede ) maakte
Vlaams minister van energie Annemie Turtelboom
( Open VLD) bekend dat ze de subsidiëring van de energiescan schrapt .
In het
Vlaamse regeerakkoord , p 87, kan je het volgende lezen over de energiescan : p
87: “De middelen voor de energiescan worden geheroriënteerd naar maatregelen
die energiearmoede aan de bron aanpakken, met een sterke operationele rol voor
sociaal economieprojecten.”
Deze
passage in het Vlaamse regeerakkoord zorgde voor onrust in de sector.
Toch was het vreemd dat Annemie net dan besliste om de financiering van de
methodiek energiescan stop te zetten. Ze , en bij uitbreiding de voltallige
Vlaamse regering, nam immers een
beslissing dat geheel in tegenspraak was met de beleidsnota energie.
“We zetten deze legislatuur in op een
doorgedreven structurele aanpak gericht op verlaging van het energieverbruik
via de versterkte ondersteuning van de uitvoering van energiebesparende
maatregelen. De middelen voor de energiescan worden geheroriënteerd naar
maatregelen die energiearmoede aan de bron aanpakken, met een sterke
operationele rol voor sociaal economieprojecten. Voor de begroting 2015
financier ik via de openbare
dienstverplichting bij de distributienetbeheerders de energiesnoeiers.
Ik maak werk van de in het regeerakkoord afgesproken heroriëntering van het
beleid om de energiearmoede aan de bron aan te pakken. Ik garandeer hierbij de
volledige tewerkstelling in de sector van de sociale economie (huidige 255
plaatsen) in de energiesector. Conform het regeerakkoord realiseer ik dit door
onder andere de versterking van het programma sociale dakisolatie. In de loop
van 2015 laat ik de werkzaamheden van de energie-snoeibedrijven, en de
energiesnoeiers monitoren. De monitoring en bijhorende analyse zal ik aan de
Vlaamse regering bij het opstellen van de begroting 2016 voorleggen. “
Een van de
belangrijkste reden waarom ze de financiering van de energiescan schrapte was
omdat bij 20% van de woningen waar een energiescan gebeurde structurele
energiebesparende maatregelen genomen werden. Dit vond Annemie Turtelboom te
weinig.
Bij 1 op 5
gebeurde er meer structurele ingrepen op het vlak van energiezuinigheid van de
woning. Dit kan ongetwijfeld – mits het nemen van de juiste ondersteuningsmaatregelen
–verhoogd worden. Toch leefde bij de energiescanprojecten , het Netwerk tegen
Armoede en het beleidsproject ‘Energie en Armoede’ van Samenlevingsopbouw het
gevoel dat Annemie Turtelboom voorbij ging aan hoe complex het is om bij maatschappelijk kwetsbare mensen te komen tot
structurele energiebesparende maatregelen aan de woningen waar ze in wonen.
Maatschappelijk
kwetsbare mensen ervaren immers tal van structurele drempels om te komen tot
structurele energiebesparende maatregelen. Ondanks specifieke financiële
ondersteuningsmaatregelen , waaronder de Vlaamse energielening ( de vroegere
FRGE-lening) , blijft de financiële drempel enorm. Bovendien huren heel wat
mensen in armoede. De verhuurder moet dan akkoord gaan voor er structurele maatregelen
kunnen genomen worden. Vaak worden er
ook in sociale huisvesting en appartementen op tussenverdiepingen een
energiescan gedaan .
Met deze
schrapping dreigde het doek te vallen over de energiesnoeiers en de
interessante methodiek die ze gebruiken. De energiescan is een interessante
methodiek om te werken aan energie – en waterbesparing en energiearmoede bij maatschappelijk
kwetsbare mensen. Daarnaast is het ook
tewerkstelling voor mensen met een
grote(re) afstand tot de reguliere arbeidsmarkt. Zo zorgden de energiescans in 2014 over heel
Vlaanderen voor een tewerkstelling van 276 personen.
Na luid protest en gedragen
beleidsbeïnvloeding van Komosie (de koepelorganisatie van milieuondernemers in
de sociale economie ) , het Netwerk
tegen Armoede ( de koepelorganisaties van alle verenigingen waar armen het
woord nemen in Vlaanderen en Brussel ) en het project ‘Energie en Armoede’ van
Samenlevingsopbouw kwam Annemie
Turtelboom en bij uitbreiding de gehele Vlaamse regering terug op de beslissing
en tekenen ze een beleid uit conform hun eigen beleidsnota energie.
Voorlopig is
de subsidiëring van de methodiek energiescan gegarandeerd tot eind 2016. Ondertussen is er een
evaluatie opgestart. De resultaten hiervan gaan meegenomen worden tijdens de
begrotingsbesprekingen in de schoot van de Vlaamse regering.
Hoopvol is
dat de methodiek energiescan is opgenomen in het plan ter bestrijding van
energiearmoede van Annemie Turtelboom, minister van onder andere energie. Al
blijft het onduidelijk hoe lang de methodiek energiescan gefinancierd zal worden.
Breng de waterscan onder bij de energiesnoeiers
en versterk zo sociale economieprojecten.
De methodiek
energiescan is een interessante manier om bij maatschappelijk kwetsbare mensen
te werken rond energie-en waterbesparing. Het versterkt maatschappelijk
kwetsbare mensen en het heeft een signaalfunctie naar sociale diensten en
overheden toe wat betreft schuldenproblematiek en (ernstige) gebreken op het
vlak van woonkwaliteit en energiezuinigheid van de huisvestingsmarkt. Het kan
ook een eerste stap zijn naar verdere hulpverlening.
Binnen de projecten
van energiesnoeiers is er niet alleen grote expertise aanwezig wat betreft
energiebesparing bij maatschappelijk kwetsbare mensen. Tijdens een energiescan
wordt vaak ook de waterfactuur bekeken en worden er bruikbare tips gegeven hoe
je aan waterbesparing kan doen, dit zonder comfortverlies.
Wat mij
betreft is het niet meer dan logisch dat de methodiek waterscan wordt
ondergebracht bij de energiesnoeiersprojecten. De gelijkenis met de methodiek
energiescan is groot en je kunt beiden niet los van elkaar zien. Bij de
energiesnoeiers en hun omkaderend personeel is er heel wat expertise op het
vlak van energie – en waterbesparing, maar ook op het vlak van het bereiken van maatschappelijk kwetsbare
gezinnen.
Deze
maatregel zou op verschillende vlakken winst opleveren. We bereiken meer
gezinnen en het zorgt voor meer tewerkstelling voor maatschappelijk kwetsbare
mensen. Waar wachten we nog op om hier werk van te maken.