Op
dinsdag 27 maart 2012 lanceerde Gents OCMW-voorzitter Geert Versnick (Open Vld)
een controversieel voorstel om de kinderarmoede aan te pakken.
Versnick
is begaan met de stijgende kinderarmoede in ons land. Ook ik ben enorm begaan
met de stijgende armoede en sociale uitsluiting. De OCMW-voorzitter stelt vast
dat kinderen die opgroeien in een gezin in armoede en sociale uitsluiting soms
later als de doorsnee kinderen beginnen te participeren aan het
kleuteronderwijs en vaak een onregelmatige schoolloopbaan hebben.
Dit
probleem wil Geert Versnick (Open Vld) naast minder dwingende maatregelen in de
toekomst onder andere kunnen aanpakken door het Recht op Maatschappelijke
Integratie (RMI) ,dat meestal geconcretiseerd wordt via een leefloon direct te
linken aan de participatie aan het kleuteronderwijs.
Dit
betekent dat ouders die een leefloon hebben hun kinderen op tijd en vroeg
genoeg moeten laten participeren aan het kleuteronderwijs en dit op een
regelmatige basis. Gebeurt dit niet dan kan de persoon zijn/haar recht op
leefloon gedeeltelijk of volledig kwijtspelen.
.
Onderwijs(ook
kleuteronderwijs) is zeer belangrijk voor alle kinderen , maar nog belangrijker
voor kinderen die opgroeien in een gezin in armoede en sociale uitsluiting.
Kleuteronderwijs is meer dan voor kleuters toegankelijke schoolse kennis. Het
is samen spelen met andere kleuters, het draagt bij tot de verdere ontwikkeling
van de psychomotoriek, de sociale vaardigheden , het maakt deel uit van de
socialisatie.
Ook
de verdere schoolloopbaan is enorm belangrijk. Een goed diploma zorgt voor meer
werkzekerheid en en beter loon.Het zorgt dus voor meer zekerheid op het
levensdomein inkomen en tewerkstelling.
We
moeten dus volop inzetten op maximale participatie van kinderen uit gezinnen in
armoede aan het onderwijs.
Toch
vind ik dit absoluut geen goed voorstel! Dit voorstel zal de meest sociaal
uitgesloten mensen in armoede treffen en zal geen echte duurzame resultaten
opleveren.
Heel
wat mensen in armoede hopen op een betere toekomst voor hun kinderen. Door de
complexiteit van een leven in armoede en sociale uitsluiting komt het soms dat
de kinderen later beginnen te participeren aan het kleuteronderwijs en de
schoolloopbaan vaak onregelmatiger is. Een van de redenen kan bijvoorbeeld zijn
dat ouders in armoede vroeger zelf enorm negatieve ervaringen met school hebben
gehad. Dit vraagt een integrale aanpak in samenspraak met en op ritme van
mensen in armoede en met respect voor de gekwetste binnenkant van mensen in
armoede.
Mensen
in armoede hebben het vaak enorm moeilijk om de stap te zetten naar
maatschappelijke instellingen zoals het OCMW. Er is vaak nog een kloof tussen
de leefwereld van de maatschappelijk werk(ers)sters en de belevingswereld van
mensen in armoede. Het OCMW is het laatste sociale vangnet en voor de meest
sociaal uitgesloten mensen in armoede is het vaak de enige link met de bredere
samenleving.
Dit
voorstel kadert voor mij in armoedebestrijding vanuit het individueel
schuldmodel en zorgt voor verdere vercontractualisering van de maatschappelijke
hulpverlening. Dit is een verontrustende trend. Het deelt de mensen in armoede
op in deserving poor en non-deserving poor: zij die het verdienden om geholpen
te worden en zij die het aan uw eigen hebben te danken en dus niet verdienen om
geholpen te worden.
Sommige
ouders in armoede moeten zich beroepen op het leefloon. Het leefloon , dat een
stuk onder de Europese armoedegrens ligt is voor hen vaak de enige manier om te
kunnen overleven.
Het
OCMW moet als laatste sociale vangnet zeer voorzichtig zijn met mensen te
schorsen van het Recht op Maatschappelijke Intigratie.
Dit
voorstel dreigt een extra drempel te worden voor mensen in armoede om naar het
OCMW te gaan, bijkomende sociale uitsluitingen te creëren en de situatie van
ouders in armoede met een leefloon te verergeren. Buitenlandse experimenten
tonen ook aan dat dit soort maatregelen zelden zorgt voor duurzame stappen
vooruit.
Dit
probleem aanpakken doe je niet door mensen hun inkomen af te nemen, maar door
krachtgericht te werken met de meest kwetsbaren in onze maatschappij en hen als
partner mee te nemen in dit proces.
Tal
van verenigingen waar armen het woord nemen werken rond onderwijs. Zo heeft
Leren Ondernemen , een vereniging waar armen het woord nemen in Leuven jaren
geleden een project opgestart dat werkt rond de vaak moeilijke relaties tussen
de gezinnen in armoede , de scholen en CLB’s en andere relevante actoren. Ook
andere sociale organisaties zoals sector Samenlevingsopbouw werken rond armoede
en onderwijs.
Verder
moeten we samen met mensen in armoede het watervaleffect in de schoolloopbaan
stoppen en werken aan de knelpunten en sociale uitsluitingen in het onderwijs
die vaak armoede (re)produceren. Alleen zo kan het onderwijs voor iedereen een
hefboom worden voor sociale groei en mobilisatie.
Laten we dit samen doen, zonder mensen uit te
sluiten .
Geen opmerkingen:
Een reactie posten