Op dinsdag 14 mei 2013 las ik in de krant ‘De
Standaard’ dat de Antwerpse schepen van sociale zaken en OCMW-voorzitter Liesbeth
Homans (N-VA) bijkomende maatregelen gaat nemen tegen de groeiende
kinderarmoede in Antwerpen. Ik heb een aantal bedenken bij dit alles.
1.De
maatregel van Liesbeth Homans en de visie van de N-VA op Armoedebestrijding.
Als bijkomende maatregel ter bestrijding van de
groeiende kinderarmoede in Antwerpen stelt OCMW-voorzitter Liesbeth Homans voor
om in de 5 sociale restaurants die Antwerpen rijk zijn gezonde maaltijden voor
1 euro aan te bieden aan kinderen die opgroeien in een gezin in armoede. Volgens Homans (N-VA) is
het plan al grondig besproken met de diensten van het OCMW en de vzw CAS, die
de sociale restaurants uitbaat.
Ik heb toch een paar bedenkingen bij dit alles ,
vooral bij de tegenstrijdigheden in de visie op armoedebestrijding bij de N-VA.
Mensen in armoede ervaren sociale uitsluitingen met
structurele oorzaken op de levensdomeinen huisvesting en energie (
elektriciteit, gas en water), inkomen en tewerkstelling , onderwijs ,
gezondheidszorg, vrije tijdsbesteding, enz. Hierdoor hebben mensen in armoede
onvoldoende toegang tot gezonde voeding.
Dit voorstel vergroot op het eerste gezicht de toegang
tot gezonde voeding voor kinderen in armoede. Als je echter het ruimere plaatje
bekijkt , dan ben ik hier niet van overtuigt.
Voor de N-VA
mogen er geen sociale restaurants bijkomen in Antwerpen . “Indien de vraag
groter zou zijn dan het aanbod , dan kunnen we evenwel denken aan de invoering
van cheques waarmee OCMW-klanten bij de reguliere horeca terecht kunnen” , zegt
Homans in ‘De Standaard’. "Het mag niet leiden tot oneerlijke concurrentie
met de reguliere horeca ", vervolgd Homans (N-VA) op haar website. Voor de neoliberale
N-VA mogen de sociale restaurants immers niet marktverstorend werken. Met andere woorden: bepaalde maatregelen ter bestrijding van armoede mogen voor de N-VA genomen worden , zolang ze de vrije marktwerking niet verstoren.
Het lokale bestuur en het OCMW hebben een aantal
krachtige hefbomen die ze kunnen inzetten in de strijd tegen de groeiende
armoede en sociale ongelijkheid. Deze moeten ze volop benutten.
Een aantal grote en meer structurele maatregelen
moeten echter op het Vlaamse en federale niveau genomen worden.
Als we op deze niveau’s het programma van de N-VA
bekijken komen de tegenstrijdigheden naar boven.
Kinderen in armoede maken deel uit van een gezin. Als
we het hebben over de bestrijding van (kinder)armoede moeten we dit best op een
integrale manier aanpakken. Een gefragmenteerde aanpak geeft zelden duurzame
resultaten.
Wat
betreft de thema ’s armoede en sociale ongelijkheid en (structurele)
werkloosheid vertrekt N-VA vanuit het individueel schuldmodel.
Het legt de oorzaak van (
langdurige ) werkloosheid en armoede volledig en alleen bij het individu: door
hun luiheid, omdat ze niet willen studeren en willen werken, een gebrek aan
verantwoordelijkheid en doorzettingsvermogen, enz. Het deelt de mensen op in ‘deserving’ werkloze en arme en
‘non-deserving’ werkloze en arme: zij die het verdienden om geholpen te worden
en zij die het aan uw eigen hebben te danken en dus niet verdienen om geholpen
te worden.
Het is
dus niet omdat je formeel in aanmerking komt voor steun van de gemeenschap dat
je die ook daadwerkelijk krijgt; je moet die steun verdienen. Doe je dat niet,
dan word je uitgesloten voor bepaalde vormen van maatschappelijke
dienstverlening.
Dit individueel schuldmodel stigmatiseert mensen in
armoede en werkzoekenden en
minimaliseert en/of ontkent de knelpunten en sociale uitsluitingen met structurele
oorzaken die een groeiend aantal mensen ervaren op tal van levensdomeinen.
Vanaf 01 november 2012 werd de versterkte
degressiviteit van de werkloosheidsuitkeringen van kracht. Door deze maatregel
,ingevoerd door de huidige federale regering ( socialisten , christendemocraten
en liberalen) , zien (langdurige)
werkzoekenden hun werkloosheidsuitkering zakken tot een forfaitbedrag dat
nauwelijks hoger is dan het leefloon en dus ver onder de Europese armoedegrens
ligt.
N-VA vindt deze maatregel een voorzichtige stap in de
‘goede’ richting, maar het gaat niet ver
genoeg. N-VA wil immers hervormingen naar Duits voorbeeld. De N-VA wil niet
alleen inzetten op een versterkte degressiviteit van de werkloosheidsuitkeringen,
maar wil ook de werkloosheidsuitkeringen
beperken in de tijd. Wie na deze periode nog geen werk heeft ( wat dan volgens
de N-VA natuurlijk uw eigen fout is ) valt terug op een leefloon , dat nog
lager is.
Het zijn net mensen in armoede ,die door sociale
uitsluiting op de arbeidsmarkt, het meest
worden geconfronteerd met de versterkte degressiviteit en een eventuele
beperking in de tijd van de werkloosheidsuitkeringen.
Volgens N-VA is tewerkstelling het wondermiddel tegen
armoede. Dit klopt. Cijfers tonen aan dat tewerkstelling een belangrijke buffer
is tegen armoede en sociale ongelijkheid, maar op voorwaarde dat het om
duurzame , fulltime tewerkstelling gaat met een goede verloning.
De N-VA wil dus
inzetten op een nog strenger activeringsbeleid dan nu . Recentelijk werden er echter
een paar besparingen bij de VDAB aangekondigd. Minister van werk Muyters (N-VA)
kondigde aan dat ruim 40 werkwinkels in Vlaanderen de deuren moeten sluiten. Het
concept van de werkwinkels is net de methodiek van de VDAB waarmee ze
maatschappelijk kwetsbare mensen bereiken. Bovendien geraakte deze week nog eens bekend
dat de jobcomputers ( WIS-computers) van de VDAB uit het straatbeeld zullen
verdwijnen.
Dit zijn 2 maatregelen die vooral de meest kwetsbare
mensen zullen raken en de afstand voor hen tot de (reguliere) arbeidsmarkt
zullen vergroten.
We weten dat de
N-VA een vurige voorstander is van Indexsprongen, een serieuze Indexaanpassing
en andere vormen van loonmatiging, zoals via flexibele all-in akkoorden.
Dit zet de koopkracht onder druk en zal de hardwerkende mensen uit de lagere sociale
klasse en de lage middenklasse het hardst treffen , alsook mensen met een
sociale uitkering.
Verder is de N-VA in Antwerpen geen voorstander van
een gevoelige uitbreiding van het aantal sociale woningen, ondanks de
wachtlijst van ongeveer 25 000 gezinnen.
Conclusie: In Antwerpen mogen ze dan bijkomende
maatregelen ( gezonde maaltijd voor 1 euro) aankondigen om de groeiende kinderarmoede
aan te pakken, op de hogere niveau’s formuleert en neemt de N-VA maatregelen
die het Mattheüs-effect in onze samenleving versterkt, met groeiende armoede en
sociale ongelijkheid tot gevolg. Deze groeiende armoede en sociale ongelijkheid
zet de toegang tot onder andere gezonde voeding ( verder) onder druk.
2. Hoe kan
het anders?
Wat we nodig hebben zijn echte structurele maatregelen
zoals sociale uitkeringen boven de Europese armoedegrens. Eigenlijk zouden we
moeten komen tot een basisinkomen ( hetzij uit werk of een sociale uitkering)
met de Europese armoedegrens als ethische ondergrens.
Verder moeten we het aantal sociale woningen en wooneenheden
die verhuurt worden via een SVK drastisch uitbreiden. Zo maken we werk van het
garanderen van betaalbare en kwaliteitsvolle huisvesting voor iedereen.
Het bestrijden van armoede en sociale ongelijkheid vraagt dus een participatief en krachtgericht
armoedebeleid dat samen met mensen in armoede de sociale uitsluitingen benoemt
en aanpakt , grondrechten garandeert, de binnenkant ( de belevingswereld) van
mensen in armoede respecteert en
vertrekkende vanuit de krachten, vaardigheden en
overlevingsstrategieën van mensen in
armoede samen met hen duurzame stappen vooruit zet.
Dit is totaal iets anders
dan waar de N-VA voor staat.
Meer
weten over het sociaal-economisch programma van de N-VA lees dan zeker : http://joecology.blogspot.be/2013/03/vlaams-nationalisme-n-va-is_4.html