Hoe kom je
tot een budgetmeter voor aardgas.
Mensen in armoede hebben een inkomen ( hetzij uit werk
of een sociale uitkering) dat zich onder de Europese armoedegrens bevindt.
De
Europese armoedegrens voor België is voor een alleenstaande 1000 euro per maand
, voor een gezin bestaande uit 2 volwassenen en 2 kinderen 2.101 euro per maand
en voor een alleenstaande met kinderlast ligt dit rond de 1500 euro.
Mensen in
armoede zijn vaak laaggeschoold , vinden moeilijk werk en hebben hierdoor dus
een onzekere arbeidsloopbaan: interimwerk, vaak tewerkgesteld in
conjunctuurgevoelige sectoren en sociale economieprojecten. Deze tewerkstelling
wordt vaak afgewisseld door ( lange) periodes van werkloosheid.
Door de
versterkte degressiviteit van de werkloosheidsuitkeringen zullen ook de
werkloosheidsuitkeringen voor langdurige werkzoekenden zakken tot een
minimumbedrag dat zich onder deze Europese armoedegrens bevind. Ook het
leefloon/leefgeld bevindt zich onder de Europese armoedegrens.
Mensen in
armoede wonen hierdoor vaak in sociale woningen of private huurwoningen die tot
het onderste segment van de private huurmarkt behoren. Deze woningen ( vooral
op de private huurmarkt) vertonen vaak structurele gebreken op het gebied van
woonkwaliteit. De structurele gebreken die kunnen voorkomen zijn : groezelige
en slecht verlichte gangen, te kleine huisvesting, versleten raamwerk, enkel
glas, slecht sluitende vensters , tochtende vensters , rottend raamwerk,
vochtplekken , schimmel op muren, het binnen sijpelen van water via het
plafond/dak als het regent,slechte isolatie, elektrocutiegevaar, gevaar
co-vergiftiging, enz…….
Deze
structurele tekorten op het gebied van woonkwaliteit zorgen ervoor dat het meer energie vraagt om
de ruimtes warm te krijgen. Er moet dus
meer verwarmd worden, waardoor dat de energiefactuur stijgt.
Een
netwerk van sociale uitsluitingen op de levensdomeinen huisvesting , inkomen en
tewerkstellingen ( zoals hierboven toegelicht ) en andere levensdomeinen zoals
onderwijs, gezondheidszorg, enz. zorgt ervoor dat maatschappelijk kwetsbare
mensen hun rekening voor energie ( elektriciteit, gas en water) moeilijk kunnen
betalen.
Sinds
1996, met onder andere de implementatie van de lokale adviescommissie ( LAC) ,
nam de Vlaamse overheid initiatieven in de strijd tegen energiearmoede.
Later, na
de liberalisering van de energiemarkt in 2003 heeft de Vlaamse regering in
verschillende stappen verder gezorgd
voor een sociaal vangnet: de sociaal openbare dienstverplichtingen.
- Gratis kWh elektriciteit.
- Sociale maximumprijs en statuut beschermde klant.
- Procedure wanbetaling.
- Afsluiting en Lokale Adviescommissie (LAC)
- De budgetmeter
- Schuldafbouw in de budgetmeter.
- Minimale levering van aardgas bij de aardgasbudgetmeter tijdens de winter.
- 10 ampère minimale levering elektriciteit.
- Winterperiode waarin niet mag afgesloten worden.
Meer
informatie over de sociale openbare dienstverplichtingen vind je via deze link
:
Een
groeiend aantal mensen kunnen hun
facturen bij de commerciële energieleverancier niet meer betalen en moeten een
afbetalingsplan aanvragen. Zo’n 70.893
gezinnen of 2,75% gingen in 2010 een afbetalingsplan aan met hun leverancier.
De
commerciële energieleveranciers mogen eenzijdig beslissen of ze een afbetalingsplan
toestaan en mogen ook zelf het maandelijkse afbetalingsbedrag kiezen. Dit zorgt
vaak voor onrealistische afbetalingsplannen.
Mensen
hebben dan 60 dagen de tijd om een contract af te sluiten met een nieuwe
commerciële energieleverancier. Door diverse uitsluitingsmechanismen is dit vaak heel moeilijk.
Hierdoor
komen ze bij de netwerkbeheerder terecht, waar de energieprijzen gemiddeld 10
tot 15 % hoger liggen dan op de commerciële energiemarkt. (1)
Oorspronkelijk
hebben ze deze hoge prijzen in het leven geroepen om mensen te ontraden om bij
de netbeheerder te blijven en dus terug te gaan naar de commerciële
energiemarkt. We moeten echter vaststellen dat dit niet werkt en deze hoge
prijzen net een extra structureel uitsluitingsmechanisme is geworden dat
verdere energiearmoede veroorzaakt.
Deze week
geraakte bekend dat de federale regering de prijzen bij de netwerkbeheerder
gaan verlagen tot net boven de gemiddelde prijs op de commerciële
energiemarkt.(2)
Ook bij
de netwerkbeheerders voor elektriciteit
en gas vragen meer en meer mensen een afbetalingsplan aan. Wanneer
mensen bij de netwerkbeheerder hun afbetalingsplan niet kunnen nakomen worden
ze geconfronteerd met de plaatsing van een budgetmeter voor elektriciteit en/of
aardgas.
Het
aantal mensen in Vlaanderen dat geconfronteerd worden met de plaatsing van een
budgetmeter voor elektriciteit en/of aardgas stijgt.
(1) Uit een interview met Mieke Clymans , begeleidster
dialoogwerkgroep Energie en Armoede van Samenlevingsopbouw Antwerpen provincie.
De budgetmeter voor aardgas en het gebrek aan een
minimumlevering.
Het aantal mensen dat geconfronteerd worden met een
budgetmeter voor aardgas is de afgelopen jaren enorm gestegen.
Op 01/01/2010 waren er 4 488 geplaatste en actieve
budgetmeters voor aardgas in Vlaanderen.
Op 01/01/2012 waren er 24 190 geplaatste en actieve budgetmeters voor aardgas.
Dit betekent dat de afgelopen 2 jaar
19702 bijkomende budgetmeters voor aardgas zijn geplaatst .De
implementatie van de budgetmeter voor aardgas startte in 2009. Er is dus
duidelijk een inhaalbeweging bezig.
In Leuven waren er in 2011 zo’n 448 actieve
budgetmeters ( = die voor elektriciteit en gas te samen) , vooral
bij mensen zonder sociale maximumprijs. Ongeveer de helft hiervan zijn
budgetmeters voor aardgas.
Er is een groeiend probleem
met de budgetmeters voor aardgas. Wanneer je uw budgetmeter voor elektriciteit
( tijdelijke) niet kunt opladen kom je eerst op een noodkrediet terecht en kan
je later ( tijdelijk) gebruik maken van
een minimumlevering van 10 ampère. Bij een budgetmeter voor aardgas is een minimumlevering
voorlopig niet mogelijk, met schrijnende levensomstandigheden en groeiende
energiearmoede tot gevolg.
Op 11 december 2009 hebben
het participatief beleidsproject ‘Energie en Armoede’ van Samenlevingsopbouw
Antwerpen provincie, het Vlaams Netwerk tegen Armoede ( tot 2012 noemde dit het
Vlaams netwerk van verenigingen waar armen het woord nemen) , ACW en
Welzijnszorg opgeroepen om de implementatie van de budgetmeter voor aardgas
stop te zetten zolang er geen minimumlevering mogelijk is.
Ook de partij Groen roept als enige partij in
Vlaanderen op om de plaatsing van de aardgasbudgetmeter stop te zetten: http://www.groen.be/actualiteit/Persbericht-iedereen-heeft-recht-op-een-minimum-aan-aardgas_1451.aspx
De bevoegde minister van huisvesting en energie,
Freya Van den Bossche (Sp.a) , is hier toen niet op ingegaan en heeft een
alternatief uitgewerkt.
De
‘minimale’ levering aardgas en waar het fout loopt .
Op 24
september 2010 nam de Vlaamse regering
bijkomende maatregelen. Mensen die hun budgetmeter voor aardgas ( tijdelijk )
niet kunnen opladen, kunnen bij het OCMW terecht en na een sociaal onderzoek
kan het OCMW beslissen om een minimumhoeveelheid aardgas ter beschikking te
stellen.
Na
sociaal onderzoek wordt er beslist of er zo’n dringend krediet wordt toegekend.
Om de twee weken krijgen ze dan een bedrag op hun budgetmeterkaart gezet
waarmee ze hun budgetmeter kunnen opladen. Ze krijgen dit bedrag gedurende de
winterperiode. Deze winterperiode loopt van begin december tot begin maart,
maar kan door de bevoegde minister verlengt worden tot eind maart.
De grote
van ‘t bedrag dat je tweewekelijks krijgt hangt af van het
type woning en of je sociaal tarief hebt of niet.
Als je in een appartement woont krijg je 45 euro (
iemand met sociaal tarief 29 euro) , als je in een rij – of hoekhuis woont krijg
je 64 euro ( iemand met sociaal tarief
41 euro) en tot slot als je in een vrijstaand of halfopen huis woont
krijg je 76 euro ( iemand met sociaal tarief 50 euro).
Pas op , ze krijgen dit bedrag zelden volledig in de
vorm van aardgas. Bij de meeste mensen zit er schuldenafbouw in de budgetmeter
voor aardgas. Nadat dit er is afgegaan blijft er meestal maar ongeveer 65% van
het oorspronkelijke bedrag over. (3)
Hoe dan ook , het bedrag dat ze tweewekelijks krijgen
(met of zonder schuldenafbouw er af) is
te laag om een menswaardig leven te kunnen opbouwen, met groeiende
energiearmoede tot gevolg.
Bij de implementatie van deze maatregel werd gezegd
dat het lokale OCMW zelf mag beslissen of ze deze maatregel inrichten. Ze mogen
ook zelf bepalen welke voorwaarden ze koppelen aan een eventuele toekenning.
Als we de cijfers bekijken zien we dat in de
winterperiode 2011-2012 zo’n 276 Vlaamse OMCW’s (90%) besloten om principieel
gebruik te maken van de regeling. Zo’n 189
van deze OCMW’s (68%) keerde effectief tussenkomsten uit (168 in 2010 -2011) . We
moeten dus vaststellen dat niet elk van die 276 OCMW’s ook affectief bedragen
uitkeert. Hierdoor is de toegang tot deze maatregel onvoldoende gegarandeerd. (4)
Het aantal mensen die toegang kregen tot de ‘minimale’
levering tijdens de winterperiode 2011-2012 steeg met 89% tegenover de vorige
winterperiode . Toch blijft het aantal toekenningen van de ‘minimale’ levering bedroevend laag. Zo’n 24 190 gezinnen hebben een aardgasbudgetmeter, 2292
ontvingen een beperkte toelage. (4)
De stijging van het aantal toelagen concentreert zich
voornamelijk in een beperkt aantal OCMW’s die voluit gaan voor het systeem.
Mensen kunnen hiervoor terecht bij het OCMW van Leuven.
In Leuven is er een lichte toename in het aantal
toekenningen waar te nemen. In de winterperiode 2011-2012 waren er 3aanvragen/toekenningen.
In de winterperiode 2012-2013 waren er 10 aanvragen , waarvan 5 toekenningen en
5 aanvragen werden geweigerd.(4)
Dit blijft laag. Zeker als je weet dat er
in Leuven zo’n 448 actieve budgetmeters zijn, waarvan ongeveer de helft budgetmeters
voor aardgas.
Een van de grootste knelpunten waardoor het aantal
aanvragen en toekenningen zo klein is ,heeft met de bekendheid van deze
maatregel te maken. Uit het werk van ‘t
participatief beleidsproject ‘Energie en Armoede’ van Samenlevingsopbouw
Antwerpen provincie i.s.m. verenigingen waar armen het woord nemen blijkt dat
heel veel mensen in armoede niet op de hoogte zijn van deze maatregel. Ook de Vereniging
van Vlaamse steden en gemeenten heeft in een recent rapport gesteld dat de
maatregel onvoldoende gekend is.
“Op 08 december 2010 zijn ze de
budgetmeters voor elektriciteit en gas komen plaatsen. Het was putje winter met
vriestemperaturen en hevige sneeuwval. Ze hebben me alleen een bondige
informatiefolder over budgetmeters gegeven, ik kreeg geen uitleg over de
werking . Ik kan sindsdien de budgetmeter voor aardgas nauwelijks opladen,
vooral tijdens de wintermaanden. Ik wist niet dat je in dit geval dan bij het
OCMW van Leuven terecht kon voor een ‘minimale ‘ levering. Niemand heeft me dit
ooit verteld. Niet bij het OCMW, mijn bewindvoerster vertelde ’t niet , echt
niemand .”
(Erna,
Leuven)
Een ander veel gehoorde bezorgdheid is de
betaalbaarheid van de maatregel voor de lokale OCMW’s. Sommige OCMW’s maken
deze maatregel niet echt bekend omdat dit anders te zwaar zou doorwegen op de OCMW-begroting.
Ik ben het hier absoluut niet met eens .
(1) Als
het bedrag 50 euro is. Alles boven de 50 euro gaat automatisch naar
schuldenafbouw. BV je krijgt 70 euro. De 20 euro boven de 50 euro gaat rechtstreeks
naar schuldenafbouw. Van de eerste 50 euro gaat ongeveer 35% richting
schuldenafbouw.
(2) Bron
cijfers: participatief beleidsproject ‘ Energie en Armoede’ van
Samenlevingsopbouw Antwerpen provincie i.s.m. verenigingen waar armen het woord
nemen.
Hoe het
anders kan.
Ik vind dat elke stad en gemeente volop moet inzetten op deze maatregel
zodat iedereen met een budgetmeter voor
aardgas toegang heeft tot deze ‘minimale’ levering.
In samenwerking met verenigingen waar armen het woord
nemen en andere relevante sociale actoren kunnen de lokale OCMW’s deze
maatregel beter bekend maken. De communicatie gebeurd het best op maat van de
belevingswereld van mensen in armoede. Verenigingen waar armen het woord nemen
en buurtwerkingen spelen ook een belangrijke rol in het dedecteren van
verborgen (energie)armoede.
Het OCMW zou ook zelf actief op zoek kunnen gaan naar
alle mensen die hun budgetmeter voor aardgas tijdens de wintermaanden niet
kunnen opladen.
Iemand die gedurende 30 dagen zijn/haar budgetmeter voor
aardgas niet kan opladen en waarvan de netwerkbeheerder denkt dat hij/zij
zonder aardgas dreigt te vallen, zal
door de netwerkbeheerder worden aangeschreven met het verzoek om op te laden.
De netwerkbeheerders bezorgen een lijst van deze mensen wekelijks aan de
OCMW’s. Via deze knipperlichtprocedure zijn de OCMW’s dus op de hoogte van
iedereen die hun budgetmeter voor aardgas niet kan opladen. Het OCMW zou ,
gebruikmakend van deze lijst, met iedereen contact kunnen opnemen en hen zo een
‘minimale’ levering aardgas ter
beschikking kunnen stellen .
Het argument dat dit te zwaar zou doorwegen op de
OCMW-begroting klopt niet. Het OCMW kan 70% van het uitgekeerde bedrag
terugvorderen bij de netwerkbeheerder. De overige 30 % van het bedrag kan het
OCMW betalen met geld van het federaal energiefonds. Uiteindelijk is het
uitkering van de ‘minimale ‘ levering
aardgas zelf dus een budgetneutrale maatregel.
Hoe moet
het nu verder ?
Is deze maatregel voldoende om (verdere)
energiearmoede tegen te gaan ? Neen .
Een stopzetting van de implementatie van de aardgasbudgetmeter blijft
nodig. Zolang dat er geen gegarandeerde minimale levering aardgas mogelijk is ,
is de budgetmeter voor aardgas voor mij geen middel om (verdere) energiearmoede
tegen te gaan en te bestrijden.
De bedragen van de minimale levering zijn ook te klein
en kennen geen gezinsmodulering. Bovendien heeft momenteel niet iedereen
toegang tot deze maatregel. Je bent ook afhankelijk van hulpverlening voor het
activeren van deze ‘minimale’ levering.
Bijkomende structurele maatregelen zijn dus dringend
nodig . Maatregelen zoals sociale uitkeringen en lonen (sommige lonen ) boven de Europese armoedegrens, betaalbare en
kwaliteitsvolle huisvesting, een grondrecht op energie ( elektriciteit , gas en
water) implementeren, het uitbreiden van de winterperiode tot koude periodes, enz.
Het ziet er echter niet naar uit dat de implementatie
van de budgetmeter voor aardgas zal worden stopgezet . Daarom vind ik dat we
volop moeten inzetten op deze ‘ minimale’ levering tijdens de winterperiode.
Het participatief armoedebeleidsproject ‘Energie en
Armoede’ van Samenlevingsopbouw
Antwerpen provincie i.s.m. verenigingen war armen het woord nemen werkt
momenteel aan een alternatief voorstel voor de huidige ‘ minimale’ levering aardgas.
Hierover later meer.
Wil je nog meer lezen over energiearmoede : http://joecology.blogspot.be/2012/12/energiearmoede-in-vlaanderen-een.html
Bronnen en
interessante links:
Geen opmerkingen:
Een reactie posten