Armoede en sociale uitsluiting is en blijft een groot
probleem in België. Alle armoede- indicatoren staan op rood en vertellen ons
dat de sociale ongelijkheid verder toeneemt. Ik ben verontrust over een aantal
maatregelen van de huidige federale en Vlaamse regering:
1.De versterkte degressiviteit van de werkloosheidsuitkering bovenop het sanctionerend activeringsbeleid. Hierdoor dalen de werkloosheidsuitkeringen in de tijd tot een forfaitbedrag dat nauwelijks hoger is dan het leefloon en dus ver onder de Europese armoedegrens ligt .Vooral mensen in armoede , die door sociale uitsluiting vaak moeilijk aan het werk geraken op de reguliere arbeidsmarkt , worden hier het meeste met geconfronteerd.
2. Besparingen bij de VDAB. Resultaat : ongeveer 40 werkwinkels gaan toe. De werkwinkels bereiken vooral mensen uit kansengroepen. Hierdoor komt de begeleiding van maatschappelijk kwetsbare mensen met een grote(re) afstand tot de reguliere arbeidsmarkt onder druk te staan.
3. De hervorming van het Pro-Deosysteem. Hierdoor komt de toegankelijkheid tot betaalbare juridische steun voor mensen in armoede serieus onder druk te staan.
4. Sommige partijen willen zelfs nog verder gaan. N-VA wil een sterke beperking van de werkloosheidsuitkeringen in de tijd, wil de toegang tot het leefloon strenger maken en wil de toegang tot dringende medische zorgen voor sans-papiers beperken.
Of hoe de huidige federale en Vlaamse regeringen en sommige andere partijen het Mattheüs-effect in onze samenleving verder versterken ( willen versterken) , waardoor de sociale ongelijkheid verder zal toenemen.
1.De versterkte degressiviteit van de werkloosheidsuitkering bovenop het sanctionerend activeringsbeleid. Hierdoor dalen de werkloosheidsuitkeringen in de tijd tot een forfaitbedrag dat nauwelijks hoger is dan het leefloon en dus ver onder de Europese armoedegrens ligt .Vooral mensen in armoede , die door sociale uitsluiting vaak moeilijk aan het werk geraken op de reguliere arbeidsmarkt , worden hier het meeste met geconfronteerd.
2. Besparingen bij de VDAB. Resultaat : ongeveer 40 werkwinkels gaan toe. De werkwinkels bereiken vooral mensen uit kansengroepen. Hierdoor komt de begeleiding van maatschappelijk kwetsbare mensen met een grote(re) afstand tot de reguliere arbeidsmarkt onder druk te staan.
3. De hervorming van het Pro-Deosysteem. Hierdoor komt de toegankelijkheid tot betaalbare juridische steun voor mensen in armoede serieus onder druk te staan.
4. Sommige partijen willen zelfs nog verder gaan. N-VA wil een sterke beperking van de werkloosheidsuitkeringen in de tijd, wil de toegang tot het leefloon strenger maken en wil de toegang tot dringende medische zorgen voor sans-papiers beperken.
Of hoe de huidige federale en Vlaamse regeringen en sommige andere partijen het Mattheüs-effect in onze samenleving verder versterken ( willen versterken) , waardoor de sociale ongelijkheid verder zal toenemen.
Dit is niet de juiste weg. Hieronder een aantal positieve
voorstellen om de sociale ongelijkheid aan te pakken.
In 2007 hebben Groen en Ecolo een
gezamenlijk wetsvoorstel ingediend om alle sociale uitkeringen op te trekken
tot boven de Europese armoedegrens. Dit voorstel heeft de steun van de
netwerken van armenorganisaties en de vakbonden , maar heeft tot nu toe nog
geen meerderheid achter zich gekregen. Eigenlijk zouden we moeten komen tot een soort
basisinkomen ( hetzij uit werk of een sociale uitkering) met de Europese armoedegrens als ethische
ondergrens.
Armoedebestrijding is een complex iets. Mensen in armoede
ervaren sociale uitsluitingen met structurele oorzaken op verschillende
levensdomeinen. De sociale uitsluitingen die veel mensen in armoede ervaren
zijn dezelfde, wat verschilt is hoe ze hiermee om gaan. Ieder persoon in
armoede gaat , vertrekkende vanuit hun binnenkant , op een andere manier om met
deze structurele uitsluitingsmechanismen. Sommigen vinden in deze
onrechtvaardigheden de kracht om verder te gaan , anderen trekken zich na de
zoveelste kwetsende ervaring terug om verdere kwetsuren te vermijden. Er is dus
een wisselwerking tussen structurele uitsluitingsprocessen op maatschappelijk
en institutioneel niveau en het persoonlijke niveau. Dit maakt dat
armoedebestrijding complex is.
Het bestrijden van armoede en sociale ongelijkheid vraagt een participatief en krachtgericht
armoedebeleid dat de sociale uitsluitingen benoemt en aanpakt , grondrechten garandeert,
de binnenkant ( de belevingswereld) van mensen in armoede respecteert en vertrekkende vanuit de krachten, vaardigheden
en overlevingsstrategieën van mensen in
armoede samen met hen duurzame stappen vooruit zet.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten