zondag 29 januari 2012

5 redenen waarom ik maandag 30 januari 2012 protesteer.


Zoals iedereen ondertussen weet gaan de vakbonden op maandag 30 januari 2012 staken en protesteren tegen asociale maatregelen die ingeschreven staan in het Federaal regeerakkoord en tegen een aantal maatregelen die nu al genomen zijn door de Federale regering. Tegelijkertijd formuleren de vakbonden alternatieve beleidsmaatregelen. Deze alternatieven vind je onder andere op www.dealternatieven.be

De afgelopen dagen is er in de verschillende media, op straat, op het werk, onder studenten,... druk gedebatteerd door voor - en tegenstanders van de vakbondenacties.

Na me te hebben verdiept in de argumenten van de voor -en tegenstanders van de vakbondsacties , heb ik besloten om een artikel te schrijven.
Met deze blogpost wil ik mij bescheiden bijdrage leveren tot het debat. In deze blogpost formuleer ik 5 redenen om maandag 30 januari 2012 te protesteren.
Waarom formuleer ik 5 redenen om maandag wel te protesteren ? Omdat ik bezorgt ben om een aantal tendensen in de samenleving en om een aantal beleidsmaatregelen.

1.De stijgende armoede en sociale uitsluiting.

Armoede en sociale uitsluiting is en blijft een groot probleem in België. Alle armoede indicatoren staan op rood.

De laatste cijfers van EU-SILC ( European Union –Statistics on Income and Living Conditions) vertellen ons dat in 2008 ongeveer 14,6 % van de bevolking in België moest leven met een inkomen onder de Europese armoedegrens. Dit betekent dat 1 op 7 of ongeveer 1 600 000 personen in België in armoede leven of een zeer groot risico hebben om in armoede terecht te komen. Zo'n 16,4 % van de kinderen onder 15 jaar groeien op in een gezin in armoede en ongeveer 21,6% van de ouderen boven de 65 jaar hebben een pensioen of IGO ( inkomensgarantie voor ouderen) dat onder de Europese armoedegrens ligt. Een groeiend aantal mensen worden geconfronteerd met energiearmoede en dakloosheid. Mensen in een daklozensituatie leven in mensonwaardige omstandigheden en moeten zich beroepen op pure overlevingstrategieën. De laatste jaren is de armoede en sociale uitsluiting alleen maar toegenomen.

Nog steeds ervaren ruim 1 600 000 mensen achterstellingsituaties en sociale uitsluitingen met structurele oorzaken op de levensdomeinen huisvesting en toegang tot nutsvoorzieningen, inkomen en tewerkstelling, onderwijs, maatschappelijke dienstverlening,gezondheidszorg, ....
Dat armoede en sociale uitsluiting stijgt vertelt ons iets over hoe onze samenleving is georganiseerd. In onze samenleving zijn structuren en processen actief die armoede in stand houden en armoede (re)produceren.

Het zijn die achterstellingsituaties, sociale uitsluitingen en processen met structurele oorzaken die weggewerkt moeten worden. We moeten deze knelpunten blijvend identificeren, erkennen en aanpakken. Dit gebeurt (zoals nu al heel vaak gebeurt) het beste via de dialoogmethode met mensen in armoede en sociale uitsluiting en hun verenigingen waar armen het woord nemen. Zij weten beter dan wie ook wat het is om in armoede en sociale uitsluiting te leven.

De huidige Federale regering neemt bepaalde maatregelen die voor meer armoede zal zorgen. De versterking van de degressiviteit ( versnelde daling) van de werkloosheidsuitkeringen zorgt voor een groter armoederisico. Volgens de vakbonden riskeren ruim 200 000 mensen extra onder de Europese armoedegrens te vallen.

Het leefloon/leefgeld zit serieus onder de Europese armoedegrens. Uit verschillende onderzoeken blijkt dat het leefloon/leefgeld onvoldoende is voor heel wat mensen en gezinnen om te overleven , laat staan een leven uit te bouwen dat beantwoord aan de menselijke waardigheid. Personen en gezinnen , die omwille van omstandigheden en tegenslagen in het leven voor een langere periode afhankelijk worden van een leefloon/leefgeld zijn aangewezen op overlevingsstrategieën.

Om groeiende armoede en sociale uitsluiting tegen te gaan pleit ik net zoals het Vlaams netwerk van verenigingen waar armen het woord nemen , de vakbonden en de partijen Groen en Ecolo voor het optrekken van de minimumuitkeringen tot boven de Europese armoedegrens. De EU-SILC ( European Union - Statistics on Income and Living Conditions) en het onderzoek ‘ Wat heeft een gezin minimaal nodig ‘ van onderzoekers Bérénice Storms en Karel Van den Bosch ( www.menswaardiginkomen.be) zijn inhoudelijke richtinggevers.

Verder vraag ik de Federale , Vlaamse , Waalse en Brusselse regering om dringend extra gecoördineerde initiatieven te nemen om bijkomende opvangplaatsen te voorzien voor mensen in een daklozensituatie. Dit alles moet kaderen binnen een gecoördineerde totaalaanpak ter bestrijding en preventie van dakloosheid in heel het land. Bij het opstellen, implementeren en de evaluatie van dit totaalplan wordt zoveel mogelijk de ervaringsdeskundigheid van mensen in armoede en sociale uitsluiting benut.

De beleidsdomeinen en bevoegdheden voor armoedebestrijding zitten verspreid over de verschillende overheden. De Federale , Vlaamse , Waalse en Brusselse regering moeten dringend extra gecoördineerde initiatieven nemen om sociale uitsluitingen op de levensdomeinen huisvesting en toegang tot nutsvoorzieningen , inkomen en tewerkstelling, maatschappelijke dienstverlening, onderwijs, gezondheidszorg, ....te bestrijden. Bij het opstellen, implementeren en de evaluatie van dit totaalplan wordt zoveel mogelijk de ervaringsdeskundigheid van mensen in armoede en sociale uitsluiting benut.

2. Een schrijnend gebrek aan opvangplaatsen voor asielzoekers.

Tengevolge van een niet samenhangend asielbeleid werden we de afgelopen jaren telkens geconfronteerd met een tekort aan opvangplaatsen voor asielzoekers, met schrijnende beelden en situaties tot gevolg.
Sinds 2009 zijn er al maar liefst 11 500 mensen waarvoor er geen plaats was in de opvanginitiatieven.
Op 16 januari 2012 waren er voor 90 asielzoekers geen plaats in de opvanginitiatieven en belanden op straat. Het was toen -8°C. SOS Opvang redde oa een zwangere vrouw en zorgde dat ze niet in de vrieskou moet slapen. Ze verloor tijdens haar vlucht naar hier haar man en kinderen in Griekenland.
Op 19 september werden 72 asielzoekers en daklozen door de lokale politie uit het Noord station gezet in Brussel.
Tien dagen verder bevonden de mensen zich nog altijd op straat, meer bepaald op het Chaucheretplein. Deze mensen leefden in schrijnende omstandigheden. De kinderen moesten zich wassen met onzuiver water uit een fonteintje en eten zelf van de grond.
Op maandag 23 januari werden opnieuw 54 asielzoekers op straat gezet.

Ondertussen heb ik vernomen dat er maar liefst 1900 opvangplaatsen zullen verdwijnen

De Federale , Vlaamse , Waalse en Brusselse regering om dringend extra gecoördineerde initiatieven te nemen om bijkomende opvangplaatsen te voorzien voor asielzoekers.

3. Aanpak van de structurele werkloosheid.

Nog steeds ervaren vele duizenden mensen langdurige, structurele werkloosheid. Er zijn verschillenden oorzaken. We evolueren meer een meer naar een kenniseconomie.
Mensen uit kansengroepen zijn vaak laaggeschoold en bezitten heel vaak niet over de aangewezen diploma’s. De eisen op de arbeidsmarkt liggen ook steeds hoger.
Uit cijfermateriaal blijkt ook dat mensen uit kansengroepen vaak tewerkgesteld zijn via tijdelijke contracten en het zijn vaak laagbetaalde jobs in conjunctuurgevoelige sectoren.

Het hebben van een job via duurzame tewerkstelling is een belangrijke buffer tegen armoede en sociale uitsluiting. Cijfers van het EU-SILC ( European Union-Statistics on Income and Living conditions) tonen dit heel duidelijk aan.
Een job zorgt ook voor meer dan een inkomen alleen. We moeten dus zeker blijven inzetten op tewerkstelling, op voorwaarde dat dit duurzame tewerkstelling is .

Ik geloof echter niet in het voorstel van Federaal minister van werk Monica De Coninck. Ze wil in de strijd tegen de langdurige werkloosheid flexibele contracten introduceren, van zes tot acht maanden, voor langdurige werkzoekenden . De werkgever zou die contracten makkelijk kunnen verbreken als de werknemer de voorwaarden niet respecteert.
Een van de problemen die langdurige werklozen uit kansengroepen ervaren is net het niet vinden van duurzame tewerkstelling. Ze blijven vaak steken bij tijdelijke (interim)contracten in conjunctuurgevoelige sectoren met vaak weinig werkzekerheid. Dit zorgt vaak voor inkomstenonzekerheid,......Dit los je niet op met het aanbieden van flexibele contracten , maar met krachtgerichte begeleiding op maat.

Activering van mensen kan kansen bieden op voorwaarde dat deze activering vertrekt vanuit een emancipatorische invalshoek. Ik spreek trouwens liever van een sociaal participatiebeleid

Een sociaal participatiebeleid dat emanciperend werkt vertrekt vanuit de mogelijkheden, sterktes en vaardigheden van mensen uit kansengroepen , het creëert kansen, het creëert de mogelijkheid om te experimenteren, om stappen vooruit te zetten , maar het is ook een beleid dat hen ook begeleid en steunt als het niet meteen lukt.

De Federale regering en de deelstaatregeringen kunnen verdere stappen vooruit zetten naar zo'n sociaal participatiebeleid.

4.Radicale, maar rechtvaardige overgang naar de groene economie.

De huidige economie, gekenmerkt door casinokapitalisme en grenzeloze consumptie , is niet duurzaam. De blinde fixatie op BBP groei leidt tot een zware uitputting van het milieu, en creëert zeepbelrijkdom die onvermijdelijk weer uit elkaar spat. We botsen nu tegen de grenzen aan. Periodes van BBP-groei en BBP-crash volgen elkaar op, maar de toestand van onze planeet en het welzijn van de mensen staan ernstig onder druk en gaan achteruit.

Willen we de klimaatverandering, de groeiende sociale uitsluiting en de structurele werkloosheid stoppen en verminderen moeten we kiezen voor een ander economisch model.
We moeten nu volop kiezen voor een duurzame economie bestaande uit onder andere kmo’s, coöperatieve bedrijven en sociale economie als alternatief voor een economie bestaande uit oncontroleerbare multinationals.
Door te kiezen voor een groene economie bestaande uit een ambitieus renovatieplan voor het isoleren van alle woningen in Vlaanderen tegen 2020 ( de sociale woningen eerst) , 20 % biologische landbouw tegen 2020, groene energie ( windmolens, zonnepanelen, waterkracht , biomassa, ….) en betaalbare energie, uitbreiding van duurzame mobiliteit ( fietsen, fietspaden, meer en beter openbaar vervoer, elektrische wagens,….) , ecologische innovatie, productinnovatie, cradle-to-cradle productie, lokale productie, milieuherstel, een sterke sociale sector en onderwijs, creëren we vele jobs en dragen we zorg voor het milieu.
Groen en Ecolo wil dat het klassieke meetinstrument voor het meten van de economische groei en welvaart , het BBP, wordt vervangen door het ISEW( index of sustainable economic welfare) dat rekening houdt met het milieu, het welzijn van mensen, vrijwilligerswerk, eerlijke handel, enz….Ik ben het daar volledig mee eens.

Deze Federale regering neemt echter maatregelen die de verdere uitbouw van een groene economie belemmert, denken we maar aan het schrappen van het overgrote deel van de fiscale aftrekbaarheid van energiebesparende maatregelen.

5.Regulering van de financiële markten en rechtvaardiger belasting.

Door het nastreven van grenzenloze winstmaximalisatie hebben banken wereldwijd belegd in zeer risicovolle beleggingen. Deze winsthonger heeft voor zeepbelrijkdommen gezorgd die ondertussen uit elkaar zijn gespat. Dit bracht de financiële sector en de economie in zware moeilijkheden.
Wereldwijd moesten de overheden vele en vele miljarden injecteren in de financiële sector om het systeem overeind te houden en om erger te voorkomen.
Nu zijn het dezelfde ratingbureau's die eerder die risicovolle beleggingen ( die mee aan de oorzaak liggen van de huidige crisis) de hemel insprijsden , die nu de landen onder vuur nemen die de banken hebben moeten redden met overheidssteun.
Na de eerste financiële crisis nam de nood toe om de financiële sector strenger te reguleren. Hier is tot nu toe onvoldoende werk van gemaakt.

Via de fiscale gunstmaatregelen zoals de notionele interestaftrek en de DBI-aftrek loopt de Federale overheid miljarden euro's inkomsten mis. De huidige Federale overheid heeft de notionele interestaftrek verlaagt naar 3 % , maar heeft er nog steeds geen voorwaarden aangekoppeld.

Ik pleit voor een striktere en effectieve regulering van de financiële sector en een splitsing van de spaarbanken en de speculatieve banken.
De notionele interestaftrek moet hervormt worden en gekoppeld worden aan jobcreatie en/of investeringen in duurzame economie.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten